Het verhaal van Rusland
Alles om aan de macht te blijven: drie boeken over de frustraties van Poetin
Rusland Drie boeken laten zien hoe onder Poetin Rusland tot een oorlogszuchtig land werd, dat gevangen zat in een ‘grote broer syndroom’.
Bijna niemand kan het tragische lot van Rusland beter omschrijven dan Svetlana Alexijevitsj, de laureaat van de Nobelprijs voor Literatuur van 2015. In haar dankrede tijdens de uitreiking van die prijs zei ze daarover: „Ik neem de vrijheid om te zeggen dat we de kans hebben gemist die we in de jaren negentig hadden. De vraag werd toen gesteld wat voor een land we zouden moeten zijn. Een sterk land zijn of een waardig land waar mensen op een fatsoenlijke manier kunnen leven? We hebben toen voor het eerste gekozen – een sterk land. En zie, opnieuw leven we in een tijdperk van macht. Russen vechten tegen Oekraïeners, hun broers.”
Rusland en macht. Het zijn bijna synoniemen voor wie de Russische geschiedenis overziet. Een handboek kan daarin soms inzicht bieden. De Britse historicus Orlando Figes heeft met Het verhaal van Rusland zo’n handboek geschreven, in een aangename vertelstijl die je kent uit zijn cultuurgeschiedenis van Rusland Natasha’s Dance of The Whisperers, zijn indrukwekkende boek over de Stalinterreur.
Deze keer herhaalt hij die levendige manier van geschiedschrijving door zich op de mythes te richten waarmee de Russische heersers hun macht in de loop der eeuwen hebben geconsolideerd en hun land groot gemaakt. Om zijn boek urgentie te geven, maakt hij regelmatig geforceerde uitstapjes naar het heden. Alsof hij daarmee wil laten zien dat de Russische president Poetin in zijn expansiedrang helemaal niet zo verschilt van de tsaren. Tot op zekere hoogte heeft hij daarin gelijk, al vliegt hij soms uit de bocht. Maar al weet hij je niet altijd te overtuigen, zijn aanpak blijft verleidelijk en levert in ieder geval een sprankelend verhaal op.
Figes zet meteen hoog in met tsaar Ivan IV de Verschrikkelijke, die zijn rijk in de 16de eeuw de enige wettige opvolger van het Kiëvse Roes en Byzantium noemde. Ivan, die zichzelf ook nog eens posteerde als een afstammeling van de Romeinse keizer Augustus, deed dat omdat het toen machtige Pools-Litouwse Gemenebest (1573-1795) grote delen van het Kiëvse Roes in handen had. En dat gebied, in de negende eeuw gesticht door de Zweedse stam van de Varjagen toen Moskou nog een dorp in een dicht bos was, wilde Ivan per se in handen krijgen. Poetins aanspraken op het territorium van dat voormalige Kiëvse Roes slaan dan ook nergens op, schrijft Figes, ook omdat in feite noch Rusland, noch Belarus of Oekraïne een voortzetting van dat Kiëvse Roes is. Al was het maar omdat Rusland 250 jaar lang door de Mongolen bezet is geweest en het Kiëvse Roes niet, waardoor het een heel andere ontwikkeling heeft ondergaan.
Mongoolse overheersing
De Russische geschiedschrijving heeft altijd al moeite gehad met de Mongoolse overheersing, die gepaard ging met grootschalige collaboratie van de Russische vorsten, Door die geschiedenis te vervalsen kon Rusland zich in de 15de eeuw ongegeneerd de redder van de ‘gehele christenheid’ noemen.
Onder Poetin gingen Russische historici nog verder met die geschiedsvervalsing door te beweren dat Rusland al sinds de 14de eeuw het Westen tegen de Aziatische horden probeert te beschermen. Alsof van zo’n hechte samenwerking tussen de Mongolen en de vorsten nooit sprake is geweest.
Figes begeeft zich op glad ijs door te beweren dat onder tsaar Michail Romanov, begin 17de eeuw, Rusland een kans had op een vorm van constitutionele monarchie. Michail had toen de Bojarenraad, oftewel de Landdag, nieuw leven ingeblazen om de eenheid in zijn land te herstellen en belastingen te kunnen heffen. Maar in feite heeft die Landdag de macht van de tsaar nooit ingeperkt en was dat orgaan eerder een instrument van het absolutisme dan een vorm van prille democratie. Uit zoiets blijkt dat Figes zo’n argument gebruikt om Poetins handelen aan dat van de tsaren gelijk te kunnen stellen.
Treffendere overeenkomsten ziet Figes als het om Oekraïne gaat. Zo beschrijft hij hoe Catharina II de Grote het Pools-Litouwse Gemenebest zwak wilde houden door er een bufferstaat van te maken waar ze vat op kon hebben. De Poolse delingen van 1772-1790 kwamen haar dan ook goed uit, want dat Gemenebest kwam toen grotendeels in Russische handen.
Ook wijst Figes op de Russische wrok jegens het Westen, die al dateert uit de tijd van Peter de Grote en versterkt zou zijn in de Krimoorlog van 1853-’56. Het Westen was hypocriet, mat met twee maten en was vooral russofoob. Maar als hij hierin een parallel ziet met de huidige anti-westerse opstelling van Rusland gaat Figes toch echt te ver. Want juist Poetin heeft zich meer dan welke van zijn voorgangers op dat Westen georiënteerd, weliswaar uit gewinzucht, maar toch.
Echt bont maakt Figes het als hij beweert dat de NAVO de Russische invasie in Oekraïne heeft uitgelokt, ook al verliest hij Poetins angst voor een democratisch Oekraïne daarbij niet uit het oog. Zoiets laat zien dat hij dan misschien een goede historicus is, maar dat hij als waarnemer van het huidige Rusland enigszins tekort schiet.
Gemankeerd machtsdenken
Voor een scherpzinniger begrip van het Rusland van Poetin kun je terecht bij Le géant empêtré van Anne de Tinguy, een vooraanstaande Franse specialist op het gebied van de buitenlandse politiek van zowel Rusland als Oekraïne. Na in kort bestek vijf eeuwen van Russische expansie van de tsaren tot de bolsjewieken te hebben neergezet, richt zij zich uitvoerig op het gemankeerde machtsdenken van de post-communistische heersers. Daarbij benadrukt ze dat ook president Jeltsin in de jaren negentig wilde dat Rusland een supermacht bleef. Maar anders dan zijn communistische voorgangers en zijn opvolger Poetin was hij zich ervan bewust dat hij daartoe hervormingen moest doorvoeren en minder geld aan bewapening moest uitgeven. De Tinguy laat goed zien hoe hij in dat streven tussen 1993 en 1998 met miljarden dollars aan steun door het Westen is geholpen en hij 1994 zelfs een partnerschap met de NAVO aanging.
Tegelijkertijd was de door het militair industrieel complex gedomineerde machtselite diep gefrustreerd over het wegvallen van de status van supermacht. Want als Rusland de afgelopen halve eeuw ergens door geobsedeerd is geweest, dan was het zijn verlangen om op een lijn te worden gesteld met zijn belangrijkste tegenstander in de Koude Oorlog, de Verenigde Staten.
Gebaseerd op uitvoerig wetenschappelijk onderzoek laat De Tinguy zien hoe onder Poetin de officiële geschiedschrijving en de soft power van de staatsmedia zijn gemanipuleerd om die aanspraken te rechtvaardigen. Bijgevolg is Stalin weer tot nationale held uitgeroepen en kan Poetin het beeld van een door het Westen belegerde vesting zonder veel moeite aan het volk verkopen. Kortom, hij kon volgens eigen zeggen niet anders dan Oekraïne binnenvallen.
De Tinguy behandelt ook de wijze waarop Rusland de afgelopen twintig jaar zijn invloed in zowel Zuid-Amerika als het Midden-Oosten heeft versterkt door daar andere ‘belegerde’ regimes, zoals Venezuela en Syrië , te steunen. Ondanks zulke successen, waarmee Rusland zich als een onmiskenbare factor op het wereldtoneel manifesteerde die in de VN-Veiligheidsraad driftig op de trom sloeg, wist het zich echter niet te profileren als de dynamische, moderne, zelfbewuste staat die het pretendeerde te zijn. Dat bleek vooral uit Ruslands paranoïde neiging om overal complotten te zien, waardoor het geleidelijk aan zijn invloed in de eigen achtertuin zag afnemen. Met Oekraïne als het beste bewijs daarvan.
In zijn beleid ten opzichte van dat land wordt Rusland volgens haar gehinderd door het ‘syndroom van de grote broer’, waardoor het Kremlin lange tijd een Oekraïne-politiek heeft gevoerd die volstrekt losstaat van de werkelijkheid. Nu uit een opiniepeiling uit 2021 blijkt dat 41 procent van de ondervraagden niet wil dat Poetin in 2024 terugkeert als president, begrijp je meteen waarom hij deze oorlog voert: niet vanwege de door hem aanvankelijk aangevoerde NAVO-dreiging, maar vanwege zijn eigen bedreigde machtspositie.
Die is niet alleen het gevolg van oprukkende democratieën aan zijn grenzen, maar ook aan het onvermogen om economische hervormingen door te voeren, zoals diversificatie van de economie en transparant bestuur. Rusland mag dan wel de elfde economie van de wereld zijn, maar als het om koopkracht gaat staat het op een armoedige vierenvijftigste plaats en is het een grote mogendheid die in armoede leeft. Voeg daarbij de huidige massale vlucht naar het buitenland van Russische mannen die niet in Oekraïne willen vechten en de nog massalere braindrain, en je hebt inderdaad, zoals De Tinguys boek impliceert, een in zijn ambities verstrikte reus.
Oekraïne als rompstaat
Voor wie in een veel korter bestek wil weten wat Poetin nu werkelijk drijft, kan terecht bij het zeer inzichtelijke en helder geschreven Z. Hoe Poetin Rusland weer groot wilde maken, van journalist Hella Rottenberg. Net als De Tinguy behandelt zij het gefrustreerde verlangen van Poetins Rusland om weer ‘groot’ te willen zijn. Aan de hand van adequate bronnenstudie, nieuwsanalyse en gesprekken met Russische journalisten en wetenschappers, die na de invasie in Oekraïne naar de Baltische landen zijn uitgeweken, laat Rottenberg zien dat de oorlog in Oekraïne vooral het gevolg is van het onvermogen van de Russische leiders om sinds 1991 een nieuwe nationale identiteit te vinden. Daardoor ziet Rusland zichzelf nog altijd als een imperiale heerser, die het recht heeft te bepalen wat zijn voormalige koloniën wel of niet mogen.
Ook behandelt Rottenberg de schrijvers en denkers die Poetin hebben beïnvloed. De belangrijkste van hen is mogelijk de conservatieve-nationalist Aleksandr Solzjenitsyn. Aan de vooravond van het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 schreef hij in zijn pamflet ‘Hoe bouwen wij Rusland weer op’ dat de niet-slavische Sovjet-republieken de vrijheid konden krijgen, maar dat Belarus, Oekraïne en Noord-Kazachstan (waar etnische Russen in de meerderheid zijn) in een unie met Rusland thuishoorden. Als Oekraïne zo nodig onafhankelijk wilde zijn, dan mocht het hoogstens de omvang hebben van de westelijke rompstaat. Het zuiden en oosten van het land hoorden bij Rusland.
Met de oprichting in 2007 van de organisatie Roesski Mir (Russische Wereld), die de Russische taal en cultuur moet stimuleren en verspreiden (lees: desnoods gewapenderhand verdedigen), heeft Poetin volgens Rottenberg een ander wapen geschapen om zijn imperiale verlangens te bevredigen. En dan is er nog het Eurazianisme, de ideologie die verkondigt dat de Europese waarden en normen niet bij Rusland passen en het land zijn eigen gang moet gaan. Hier komt filosoof Aleksandr Doegin om de hoek kijken, die propageert dat de staat in Rusland belangrijker is dan het individu en dat een patriarchaal bestuur de juiste regeringsvorm voor het land is.
Een van Rottenbergs interessantste informanten in dit opzicht is de voormalige Moskouse hoogleraar constitutioneel recht Jelena Loekjanova. In 2020 verzette zij zich in het openbaar tegen de constitutionele coup, die ervoor zorgde dat Poetin tot 2036 president kan blijven. Vanwege dat protest werd ze ontslagen en week ze uit naar Letland, waar Rottenberg haar opzocht.
Loekjanova bevestigt dat Poetin en zijn trawanten er altijd op uit zijn geweest aan de macht te blijven. Toen daar verzet tegen kwam, draaiden ze de bankschroeven op alle fronten aan. ‘We hebben te maken met een dictatuur van corrupte autocraten’, zegt de juriste. Ook haalt ze het denken van een Doegin onderuit door te zeggen dat Rusland niet veroordeeld is tot een dictatuur omdat het nooit een rechtsstaat is geweest. Zeker nu er in Rusland steeds meer specialisten zijn die weten wat een rechtsstaat is, moet volgens haar een democratie mogelijk zijn.
Als je Rottenbergs boek hebt gelezen, begrijp je dan ook des te beter waarom Poetin geen democratisch Oekraïne naast zich kan dulden en machtsbehoud zijn voornaamste reden is om de huidige oorlog te voeren.
02-12-2022 Michel Krielaars
Van het agrarische begin in het eerste millennium tot de perioden van monarchie, totalitarisme, perestrojka en autocratie hebben ideologieën en mythes een fundamentele rol gespeeld in de geschiedenis van Rusland.
Historicus en groot Ruslandkenner Orlando Figes maakt duidelijk dat de Russische geschiedenis altijd vervlochten is geweest met mythische ideeën: de mythe van het 'Heilige Rusland', de 'heilige tsaar' en de 'Russische ziel'. Bovendien is er geen land waarvan de geschiedschrijving zo onderworpen is geweest aan de grillen van de heersende ideologie. Geschiedenis is in Rusland politiek; van Vladimir de Grote tot Ivan de Verschrikkelijke, van Catharina de Grote tot Vladimir Poetin.
Rusland is een land dat bijeen wordt gehouden door ideeën die wortelen in een ver verleden, door historische denkbeelden die voortdurend worden herzien en herschreven om te voldoen aan de wensen van het heden en de verlangens voor de toekomst. Hoe de Russen tot hun verhaal kwamen, en het in de loop van de tijd steeds opnieuw hebben vormgegeven, is een cruciaal aspect van hun geschiedenis.
'Wie het hedendaagse Rusland van Poetin wil begrijpen, hoe dat wortelt in een mythisch verleden, moet Figes' imposante Het verhaal van Rusland lezen.' Antony Beevor
'Figes weet meer van Rusland dat elke andere historicus.' The Sunday Times
ISBN | 9789046828021 |
---|---|
Aantal pagina's | 336 |
Datum van verschijning | 20220901 |
NRC Recensie | 3 |
Breedte | 151 mm |
Hoogte | 231 mm |
Dikte | 29 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres