Rekenen voor je leven
Rekenen met kinderen: ‘Aan welke korting heb je iets?’
Edward van de Vendel Voor kinderen schrijven én kunst maken: dat kan Van de Vendel. In het grensverleggende Rekenen voor je leven doorbreekt hij conventies en onderstreept zo zijn boodschap.
Een eeuwige vraag die boven de jeugdliteratuur hangt: als het boek echt voor kinderen is, is het dan echte kunst? Waarachtig kunstenaarschap versus publieksgericht schrijven – vaak worden die voorgesteld als tegenovergestelden. Maar schrijver Edward van de Vendel verenigt ze.
„Ik vind dat we ernaar moeten streven om ‘lievelingsboeken’ van kinderen te maken”, is sinds een jaar of tien zijn devies. Van de Vendel maakt zijn boeken doelbewust vóór kinderen – hij begon ooit als literair auteur die weinig concessies deed, maar gaf zijn schrijverschap een nieuwe wending. Hij schrijft niet meer vanuit een ivoren kunstenaarstoren, maar bekommert zich, in zijn eigen woorden, om „de overkant”, om de lezers bij wie het boek aankomt – aan moet komen. Hij staat midden tussen zijn publiek en maakt zo uitblinkende boeken, van proza, poëzie, prentenboeken tot non-fictie – en niet zelden al die genres tegelijk.
Het succes waarmee Van de Vendel het literaire aan het toegankelijke paart, leidt de aandacht wel enigszins af van de vormvernieuwer die hij óók is, de experimentalist. Onderschat niet het vorig jaar verschenen prentenboek Er lag een trommeltje in het gras, waarvoor Van de Vendel onlangs een Zilveren Griffel kreeg. Daarin zet hij de grenzen van het prentenboekgenre op de tocht, door de eenheid van tijd los te laten. Het begint met een verloren trommeltje, maar het verhaal pluist uit wat er gebeurde vóór dat moment, gaat decennia terug in de tijd – en springt dan met zevenmijlslaarzen de toekomst in. Duizelingwekkend, gedurfd en zelden vertoond, en het werkt wonderwel.
Levensgesprekken
Voor zijn grote boek Gloei (2020) kreeg Van de Vendel dit jaar óók een Zilveren Griffel – in de categorie ‘informatief’. Terecht, maar die categorisering doet het boek ook tekort. Minstens zo belangrijk als de uitgebreide interviews met 21 jonge mensen over hun gender (die afwijkt van die van de meerderheid) zijn de gedichten die Van de Vendel op basis van die levensgesprekken maakte, naadloos in het boek geweven. Ze tonen zowel Van de Vendels betrokkenheid bij jongeren als zijn poëtische energie, die het vermogen heeft om de non-fictie op te tillen. Het gedicht ‘Een hokje’ gaat over de 21-jarige Jannina, die misschien wel het moeilijkst uitlegbare genderhokje bevolkt: dat van de aseksuelen. Het gedicht concludeert dat Jannina niet aan de verwachtingen hoeft te voldoen: ‘Dus: leve de ontsporing –/ je hoeft deze regels niet uit te lezen./ Je hoeft geen enkel parcours af te racen./ Liefde trilt zichzelf wel aan,/ en hoe die buzzer af zal gaan,/ kun jij alleen maar weten./ Of wanneer./ Of of. […]’ Je hoeft niet in een hokje, is de bevrijdende boodschap – en de niet-geijkte vorm van het boek onderstreept die nog eens.
En die twee boeken zijn eigenlijk geen uitzonderingen in Van de Vendels oeuvre. Zie de ‘stripgedichten’ die hij uitvond, samen met tekenaar Floor de Goede, gedichten in strips inderdaad, zie het grensverleggende non-fictieboek Stem op de okapi (2015). En zie zijn nieuwste boek Rekenen voor je leven, waarvoor hij samenwerkte met wiskundige en hoogleraar wetenschapscommunicatie Ionica Smeets (en weer met illustrator Floor de Goede, iemand met ook al een telkens breder palet) – een hokjesdoorbrekend boek bij uitstek. Is het een informatief boek over rekenen? Een verhaal over een schoolklas? Een stripverhaal? Ja, ja en ja.
Het uitgangspunt: groep zeven vindt de rekenles stom. Saai. Want: ‘Wat hebben die sommen met ons leven te maken?’, vraagt Pijke. ‘Wat we hier leren moet toch belangrijk zijn?’ Juf Tine en meester Tuur kaatsen de bal terug: dan mogen de kinderen zélf met rekenvragen komen, die dan in de les beantwoord worden.
Beheersbaar
Dat is het geweldige uitgangspunt van wat een sprankelend, afwisselend en vooral enorm vrolijkmakend ensembleboek is geworden. Alle verschillende kinderen brengen hun eigen verhaaltjessom in (in verhalende teksten), met veelal verrassende antwoorden (in strips, waarin de rekenkunde verwerkt is). Die verscheidenheid doet enorm veel voor de dynamiek van het boek: het is allerminst schools, juist verrassend. Maan wil weten: ‘Hoe kunnen we vlekkeloos lootjes trekken?’, waarop het antwoord verrassender is dan je kon bevroeden. Zo is dit boek vaak tegelijk geinig en leerzaam – over afstanden, over vermenigvuldigen, en in feite: hoe je de wereld een beetje beheersbaar maakt door te rekenen. Patricks vraag: ‘Stel dat er een brug gebouwd wordt van de aarde naar de maan en we beginnen nu met lopen, komen we dan aan voordat we oud zijn?’ (Ja!) Die van Sven: ‘Is plassen onder de douche echt goed voor het milieu?’ Sommige kinderen zijn weer wat dromeriger (Saya: ‘Is er een manier om de tijd beter te begrijpen?’), anderen aardser – zoals de hartveroverend aanwezige Chiara: ‘Aan welke soort korting heb je iets en aan welke niet?’ De vraag van de influencerfan Benthe (‘Kun je beroemd worden met rekenen?’) leidt tot een serie historische portretjes van vrouwelijke wiskundigen.
Van de Vendel en Smeets tonen zo dat rekenen echt alle onderdelen van het leven behelst. En er ligt nog meer onder: de rekenles die over het leven gaat, leert de kinderen een belangrijke les over zelfbeschikking, over dat magische vermogen tot controle dat rekenen biedt. Het maakt de wereld even een beetje beheersbaar.
En de vorm van Rekenen voor je leven onderstreept dat: leven en rekenen zijn geen verschillende ‘hokjes’, ze zijn verweven. Wat beklijft is dat het boek over al die verschillende kinderen gaat, over die klas, met allemaal ménsen, met hun eigen verhalen, verliefdheden, vriendschappen, zorgen en geluk. Dat maakt het werkelijk een boek voor iedereen.
01-10-2021 Thomas de Veen
Groep zeven van de Rover Hoepsika-school komt in opstand tegen hun saaie rekenboek. De klas sluit een contract met hun juf en meester: dit jaar gaan ze rekenen met vragen die belangrijk zijn voor hun leven. Iedereen één vraag. Elke week één vraag. Die nieuwe rekenlessen zullen alles veranderen.
- Hoe win je alle spelletjes?
- Is plassen onder de douche echt goed voor het milieu?
- Zijn ijsjes overal en altijd even koud?
- Hoe word je rijk?
Letterkoning Edward van de Vendel en getallenkeizerin Ionica Smeets schreven samen dit boek en meesterillustrator Floor de Goede tekende de kinderen tot leven.
ISBN | 9789057125188 |
---|---|
Aantal pagina's | 275 |
Datum van verschijning | 20210730 |
NRC Recensie | 5 |
Breedte | 178 mm |
Hoogte | 236 mm |
Dikte | 22 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres