In zijn kritische en satirische romans toont Andrej Platonov de strubbelingen van het leven in de Sovjet-Unie. Met gevoel voor absurdisme beschrijft Tsjevengoer de plotselinge en onontkoombare invoering van het communisme in het gelijknamige dorp.
De bouwput, een verhaal over de collectivisatie van de landbouw, laat zien hoe de boeren hun eigen vee slachten en opeten, en hun boompjes uit de grond trekken om ze niet te hoeven afstaan. Het geeft een waarachtig beeld van de ramp die zich op het Russische platteland in de jaren dertig heeft voltrokken.
Platonovs romans mochten pas eind jaren tachtig in de Sovjet- Unie verschijnen, en ze bezorgden hem postuum internationale bekendheid. Dit deel bevat behalve Tsjevengoer en De bouwput ook Brood en lezen, Dzjan en De gelukkige Moskou.