Vijftig jaar na de publicatie van zijn eerste poëzie gaat Willem Jan Otten (1951) op zoek naar het gedicht waarin staat wat hij wil zeggen. Hij heeft het eens gelezen, dat staat vast. Hij herinnert het zich nauwelijks. Zo gaat hij op zoek, in het oeuvre van een van zijn dierbaarste dichters. Het gedicht, weet hij, ‘zal iets zeggen over het verlies van alles, dat hoe dan ook onder ogen gekomen moet’.
De tocht leidt langs andere oeuvres, en langs zijn eigen werk. Vragen beginnen te branden: wat is poëzie? Van wie heeft hij poëzie geleerd? Welk gedicht heeft hem wakker gekust? Denkt een dichter anders dan logisch? Weet een dichter wat hij denkt? Kun je poëzie willen? Is zij van nut? Is haar zoeken een vorm van geloven? En welk antwoord kreeg Fanny Brawne, het buurmeisje van Keats dat hem de vraag ‘Wil je me poëzie leren?’ stelde?
Wil je mij poëzie leren? verschijnt gelijktijdig, in een tweelinguitgave, met Diepe eb, Ottens keuze uit zijn halve eeuw poëzie.
Meer informatie
ISBN
9789028222052
Aantal pagina's
96
Datum van verschijning
20221020
Breedte
135 mm
Hoogte
217 mm
Dikte
13 mm
Indien je problemen ondervindt bij het afrekenproces, probeer dan de cookies van je browser te wissen.