Op aandringen van haar zoon gaat de vijfenzeventigjarige Mies Goedhart met tegenzin naar een rouwgroep. Al twee jaar probeert ze weer greep te krijgen op haar leven na de plotselinge dood van haar man.
Te midden van een groepje wildvreemden – Hugo de huiler, het meisje Kat met haar pandaogen, het stille echtpaar Kees & Ina en de flirtende weduwe Constance, aan wie Mies zich kapot ergert – vindt ze tot haar verbazing herkenning en troost, nieuwe vriendschap en zelfs meer. Is er leven na de dood? Het antwoord is ja!
Een prachtige roman over veerkracht en vriendschap van een auteur die als geen ander gevoel en sfeer kan neerzetten.