Elvis Presley bestempelde hem als de grootste zanger ter wereld, Barry Gibb van de Bee Gees vond zijn stem klinken als the voice of God, Bob Dylan schatte hem als zanger even hoog in als de beroemdste operazangers, en zowel de Beatles als de Stones pikten zijn riffs. Het leven van Roy Orbison toont aan dat het lot soms gevoel voor humor heeft. Orbison komt op de wereld als lelijkste baby van Vernon en groeit op tot een bleek, ziekelijk schraal jongetje met flaporen, hamsterwangen en een ziekenfondsbril. En dan plots, alsof hij uit het niets komt, is hij een wereldster die een imperium uitbouwt op melancholie en weemoed. Bijna veertig jaar na zijn dood blijft zijn erfenis fascineren. Want er is zijn lange stoet hits, zoals ‘Oh Pretty Woman’, ‘You Got It’ en ‘In Dreams’. Maar er zijn ook zijn eigen Griekse tragedies: zijn eerste vrouw komt om bij een verkeersongeval, zijn twee zonen blijven in een woningbrand. De eerste Nederlandstalige biografie over ’s werelds beroemdste donkere bril.
Met een nawoord van Delphine Lecomte