Als jongetje leed Eddy Nijpels aan ernstige astma-aanvallen. Bij het voetballen op straat werd hij steevast als voorlaatste gekozen. Maar eenzaam of zielig was Eddy niet. Want hij had een droom. In zijn fantasie zag hij zich op het gemeentehuis achter een groot bureau zitten, met de ambtsketen om zijn nek. In dit openhartige boek vertelt Nijpels hoe het stotterende astmajochie zich ontwikkelde tot gemeenteraadslid, Kamerlid, vvd-fractievoorzitter, minister, burgemeester en ten slotte commissaris van de Koningin. Hij beschrijft zijn ervaringen met politieke kopstukken als Hans Wiegel en Ruud Lubbers en laat zien hoe milieu en klimaat een rode draad vormen in zijn loopbaan. Dit alles gelardeerd met anekdotes, zoals over die keer dat hij ruzie kreeg met prins Philip en met slaande deuren Buckingham Palace verliet, of de keer dat hij in tranen uitbarstte op het Binnenhof. Nijpels deelt komische, ontroerende en onthullende scènes uit zijn persoonlijke en politieke leven, voortgedreven door het besef dat je niks moet uitstellen.