Winterhanden - het debuut van Stephan Enter - bevat zes lange verhalen. In elk daarvan wordt, met fijnzinnige humor, een jongen of een man getoond die niet bij machte is om in relatie met anderen het heft in handen te nemen: de jongen die zijn spreekbeurt over zijn postzegelverzameling ziet ontsporen, de student die niet weet hoe hij het uit moet maken met zijn vriendin, de kleinzoon die een moeizame vriendschap met zijn opa ontwikkelt, de scholier die door zijn klasgenoten 'macho' wordt genoemd, de man die zich afvraagt of hij naar de begrafenis moet van zijn vader, die hij al twintig jaar niet meer heeft gezien.
Stephan Enters talent is dat van een fijnschilder. Met uitzonderlijk oog voor details dringt hij door in situaties, waarbij hij ogenschijnlijk afstandelijk registreert maar intussen de lezer bij zijn personages naar binnen laat kijken.
Winterhanden werd genomineerd voor de Libris Prijs 2000 en de Gerard Walschap-prijs 2000.