Kleine 'groene' autobiografische novelle speelt zich af in 1974 in de cementfabriek aan de voet van de Sint Pietersberg in Maastricht. In het stof van de fabriek wordt de berg langzaam maar zeker in zakken verpakt en verkocht, een bizarre maar realistische metafoor voor de overmacht van economie over natuur en een tijdsbeeld van de jaren zeventig van de vorige eeuw. Een fabrieksmeisje zet er de eerste stappen naar volwassenheid.
De auteur ontving de Halewijn literatuurprijs.
Genomineerd voor de Limburgse geschiedenisprijs, De Treckpoel 2024 (shortlist).