De Eerste Wereldoorlog is een wereldbrand die in nevelen gehuld blijft. De vaststelling komt ironisch genoeg van John Keegan zelf, de historicus die er volgens velen tot dusver het best in is geslaagd die krankzinnige strijd tussen naties inzichtelijk te maken. Keegan, vermaard om een superieure reeks militair-historische studies, concentreert zich in dit boek met name op het grootste mysterie van het drama: de koppige voortzetting van de loopgravenoorlog. Wat hield de naties en hun legers gaande? Waarom waren de generaals niet vindingrijker in wat achteraf moet worden aangemerkt als een halfcriminele onderneming? Keegan beantwoordt deze vragen en geeft een genuanceerde beschrijving van de verschrikkingen aan het front.