De gebeurtenis
De liefde mag dan prominent aanwezig zijn in de recente boeken van Peter Terrin (1968), het is een dun soort liefde, vluchtig als een edelgas. Helt een liefde te veel over naar het al te routineuze of pragmatische, naar de verlening van zorg ook, dan laat Terrin haar zonder omhaal verdampen. De moeder die in Patricia (2018) aan een klein momentje van stress genoeg had om bij haar badderende jonge kind weg te lopen, de vrouw die in Al het blauw (2021) haar man verruilde voor een jongen die haar zoon had kunnen zijn - waarna ook die twee weer uit elkaar gingen. Niet voor niets vatte Terrin dat laatste, overigens prachtige boek eens samen als een roman waarin ‘twee levens elkaar even kort aanraken’. Mensen voelen zich aangetrokken tot elkaar, warmen zich aan elkaars nabijheid, maar in ze leeft ook die stem die ze nu en dan influistert om naasten te verlaten, ze achter te laten.
Dat hier ook in het nieuwe De gebeurtenis sprake van is moge blijken uit de openingszin van het omvangrijkste hoofdstuk ervan: ‘Zijn vrouw stierf maar niet.’ Je weet onmiddellijk: hier is iemand een blok aan iemands been. Die vrouw mocht wel eens overlijden.
Je vraagt je tijdens het lezen van De gebeurtenis regelmatig af of Terrin het zijn personages laat weten, of hij van meet af aan aan ze bouwt met die gedachte in zijn (en dus in hun) achterhoofd. Weten ze, zoals die vrouw uit de voorgaande alinea, dat de kans aanwezig is dat ze in de steek gelaten zullen worden, dat alles zomaar anders zou kunnen zijn, alleniger? Het zou kunnen, misschien verklaart dat Terrins kundigheid in het genereren van die onmiskenbare dreiging in zijn boeken. Want soms gebeurt het ook echt, en loopt dat onooglijke maar o zo geliefde poedeltje inderdaad die helse sneeuwstorm tegemoet als de deur wat te lang op een kier staat, maar soms gebeurt er ook zo goed als niks, ís er simpelweg geen sprake van rampspoed, alleen maar van dat duistere voorgevoel. Willem Frederik Hermans, die dertig jaar geleden de schrijver in Terrin wakker kuste met De donkere kamer van Damokles, zei eens dat hij geboren was in ‘het vruchtwater van de angst’. Iets dat misschien ook wel opgaat voor veel van Terrins personages. Angst als water waarvan je bang bent dat het bevriezen zal.
Gedigitaliseerd brein
Ik schreef net dat het een hoofdstuk was dat met die onheilspellende zin begon, maar eigenlijk is het een verhaal. Niet dat De gebeurtenis een verhalenbundel is; de facto is het een roman-in-verhalen en door de uitgever ook onder die noemer gepresenteerd. De verhalen, en de personages in die verhalen, raken elkaar aan, zijn met elkaar verbonden via, onder andere, een theaterstuk. Het ene personage acteert daarin, een paar andere belangrijke personages zitten in de zaal. Zo leren we bijvoorbeeld broer Frederik en zus Rosa kennen, die genesteld in het pluche kijken naar Frouke, die met een handvol andere actrices een avondje ‘feministisch muziektheater’ ten tonele brengt. Maar het boek kent meer terugkerende elementen. Zo duikt er een paar maal een enigmatische man op in een ouderwetse loden jas.
Vatten we hiermee Terrins compositie adequaat samen? Nog niet helemaal, want dit alles, dit broeinest aan verhalen, wordt dan ook nog eens overhuifd door een gegeven waarmee het boek van start gaat, namelijk de digitalisering van het brein van een vermaard schrijver. Je denkt dan even dat je een sciencefictionroman gaat lezen, over Juliette, de assistente van de kort daarvoor overleden schrijver Willem, die zich opmaakt om via een vernuftige computerapplicatie opnieuw met diens bewustzijn in contact te treden. Het laat zich een beetje vergelijken met het hologram van rapper Tupac op een muziekfestival tien jaar geleden. Techbedrijven wonen de sessie, die zich laat interpreteren als een spiegel van onze hedendaagse obsessie met de persoon achter de kunstenaar, handenwrijvend bij, want wie weet kunnen ze er in de toekomst munt uit slaan. Femke, Willems weduwe, vindt het intussen maar niks dat niet zij, maar Juliette zich over de, tja, eigenlijk dus nog springlevende boedel van haar man mag ontfermen.
Lange lont
Plottechnisch valt er over zo’n relatief dun boek als De gebeurtenis flink wat samen te vatten. Zo lees je over de sympathieke verpleger Kurt die een vrouw zoekt, over de kunstschilder Michel die een listig plan bedenkt om de toekomst een stapje tegemoet te treden, over de aanstaande vader Frederik die z’n neus te diep in een busje talkpoeder steekt en over een bedaagde heer die aandoenlijk speelt met de gedachte aan travestie. Dat is dus veel, maar toch niet té veel, en stap je ’s avonds niet, zoals dat wel het geval was bij Terrins indrukwekkend veeleisende roman Yucca (2016), met een tollend hoofd je bed in. Terrin weet inmiddels welke romanelementen wel en welke minder nadruk behoeven, iets wat hij ook al met Al het blauw demonstreerde.
Terrin betoont zich in dit twaalfde boek een volleerd ruiter, een schrijver die weet uit te blinken door zijn verhaal juist te temperen, het tot bedaren te brengen, en hiermee te conserveren wat hij daarvoor aan spanning en zeggingskracht opbouwde. Uit De gebeurtenis blijkt maar weer eens hoe traag het medium van de roman eigenlijk is, als een lange lont die richting het einde brandt en die misschien niet eens het vat met buskruit hoeft te bereiken om een maximaal effect te veroorzaken. Onderweg ontploft hier sowieso niets: er zijn krachttermen noch ontknopingen, terwijl ook de metaforische uitspattingen dun gezaaid zijn; als er ergens plotseling een lamp uit gaat en ‘het donker als een doek valt’, dan is dat zo ongeveer een stilistisch exces. Het is niet nodig allemaal. Niet als je schrijven kunt als Terrin.
Eindeloze bestsellers
Waar je wél volop tegenaan loopt, dat zijn wendingen. Die altijd verrassen, maar die ook altijd volstrekt naturel en intelligent aanvoelen. Zo stapelen alleen al in ‘Anna’ de vondsten zich op. Heel even lijkt het verhaal over Frouke, waarin een stel afreist naar een exotisch resort, de vreemde eend in de bijt te zijn, een dissonante toon. Wie zijn toch die man en die vrouw, die Frouke en haar vriend al sinds de vluchthaven schaduwen? Wat zou het, denk je aanvankelijk, tot je er na de eerste afgeronde lezing opnieuw aandacht aan besteedt. Frouke, die zich ergert aan het boek dat ze meenam op reis: ‘Wat me het meest aan de bestsellers stoorde, was hun eindeloosheid. Hoe konden deze boeken spannend worden genoemd? Honderden pagina’s aan het lijntje worden gehouden over wie het gedaan had, af en toe maar een hapje worden gevoerd op het eind van een hoofdstuk, als was je een hond op training. Ik vond het denigrerend. Zou een boek waarin je niet de dader maar de misdaad moet voorspellen niet veel interessanter zijn?’ Het zal mislopen. Maar wat?
Juliette is een alleenstaande vrouw van middelbare leeftijd en de trouwe assistent van Willem, een hoogbejaarde schrijver die door ziekte blind is geworden en zijn boeken aan haar dicteert. In de nadagen van zijn carrière beleeft hij zijn grootste successen. Als Willem komt te overlijden, vecht zijn jonge vrouw Femke zijn testament aan. Daarin heeft Willem bepaald dat Juliette niet alleen zijn beroemde verzameling eerste drukken krijgt, maar ook een memorystick met vermoedelijk zijn ultieme, onthullende dictaten.
De gebeurtenis is een speels en rijk boek waarin de verhalen subtiel in elkaar grijpen. Ze lezen als hoofdstukken uit de laatste roman die Juliette en haar beminde Willem samen schrijven, gescheiden door de dood, maar één in hun proza. Daarin treffen we, onder meer, een terminale patiënt die maar niet sterft, een hond die verloren loopt op kerstavond, een menselijk brein dat geüpload wordt naar de iHead, en een man die zwaait naar zijn vrouw in het gesloten woonzorgcentrum. Een roman-in-verhalen over de grillige liefde, waarin Peter Terrin eens te meer zijn personages bezwerend tot leven wekt.
ISBN | 9789403181813 |
---|---|
Aantal pagina's | 224 |
Datum van verschijning | 20220929 |
NRC Recensie | 5 |
Breedte | 144 mm |
Hoogte | 221 mm |
Dikte | 23 mm |