In deze nieuwe bundel zijn vijftig gedichten opgenomen. Ze dansen mee op het koord waarop de dichter zijn evenwicht tracht te bewaren. In vier, soms met moeite te onderscheiden, afdelingen volgen de gedichten de long and winding road van Fred Penninga gedurende de afgelopen zes jaar.
De pure stadspoëzie over Utrechtse gebeurtenissen. Het vrije vers met ruimte voor een scherpere blik of diepere gedachte. De gedichten-in-opdracht / voor-de-gelegenheid; soms verpakt in strakke versvormen als het sonnet, of de pantoum. Ze worden in de bundel voorzien van een korte, informatieve toelichting.
Termen die vaak vallen zijn: kaleidoscopisch, klankrijk, ritmisch en treffend (geen woord Spaans). De poëzie blijft authentiek, persoonlijk-universeel en vóór alles eenvoudig van taal. Die ‘toegankelijkheid’ noemt de dichter zelf zijn handelsmerk. . . en daar heeft hij een punt!