Een elfjarige jongen loopt rond met een geheim. Hij durft het aan niemand toe te vertrouwen, behalve aan Maria. Ze staat met het kindje Jezus in haar armen in een kapelletje langs de weg naar school. Aan haar biecht Ted op dat hij een bijzondere vriendschap heeft gesloten met een meneer. Maar hij vertelt het haar niet zomaar; hij hoopt dat ze er iets voor terug wil doen.
Op overrompelende wijze vertelt Ted van Lieshout het verhaal over de relatie met 'mijn meneer', die zich in zijn eigen jeugd heeft afgespeeld. Met grote subtiliteit voert hij de spanning op tot het aangrijpende slot dat geen lezer onberoerd zal laten.