Nederland op zijn mooist
Tussen 1738 en 1803 publiceerde Isaak Tirion de Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden. De boekenserie van 23 delen had als doel alle historische, topografische en architectonische kennis over de Republiek van die tijd te documenteren. Korte tijd na de publicatie van de eerste paar delen van de Tegenwoordige Staat werd een serie uitgebracht met aanvullend beeldmateriaal als ondersteuning van de tekst van de Tegenwoordige Staat. Deze negendelige publicatie is bekend onder de naam Het Verheerlykt Nederland.
De publicatie van deze twee boekenseries past binnen een bredere maatschappelijke ontwikkeling. Tot en met de zeventiende eeuw verbond men het verzamelen van kennis vooral met het bestuderen van het werk van auteurs uit de Klassieke Oudheid, maar in de achttiende eeuw kwam de nadruk steeds meer te liggen op kennis die op eigen waarneming was gebaseerd. Er werd gepoogd om alle informatie systematisch te bundelen en encyclopedische collecties op te bouwen. Dat gebeurde onder andere op het gebied van de topografie en de natuurwetenschappen. Tirion betrok bij dit monsterproject tekenaars, graveurs en cartografen. Zij reisden door het hele land om zoveel mogelijk bezienswaardigheden ‘naar het leven’ te tekenen. De ter plaatse gemaakte schetsen werkten zij later in het atelier uit.
Tegelijkertijd ontstond ook een steeds grotere belangstelling voor het vaderlandse verleden, die ook invloed had op het topografische genre. Dat genre was al in de zestiende eeuw ontstaan vanuit de cartografie en de verbeelding van het landschap in de beeldende kunst, maar kende zijn grootste bloei in de achttiende eeuw. Het doel van het genre was het in beeld brengen van de door de mens in cultuur gebrachte omgeving. Onderwerpen waren bijvoorbeeld stads- en dorpsgezichten, kastelen en buitenplaatsen en andere “plaisante plaatsen”.
De combinatie van kennis gebaseerd op eigen waarneming en vaderlandsliefde was de belangrijkste reden voor het succes van de Tegenwoordige Staat en Het verheerlykt Nederland. (bron: TUDelft.nl/library)
dr. Everhard Korthals Altes doceert sinds 2015 kunstgeschiedenisaan de faculteit bouwkunde van de TUDelft. Hij studeerde kunstgeschiedenis aan de University of East Anglia en kunstgeschiedenis en Recht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij promoveerde in 2003 aan de Universiteit Utrecht.
Prof. dr. Bram Vannieuwenhuyze studeerde geschiedenis aan de Universiteit Gent en verdedigde er in 2008 het proefschrift Brussel, de ontwikkeling van een middeleeuwse stedelijke ruimte. Nadien was hij werkzaam als doctor-assistent aan de Universiteit Gent en KU Leuven. Sinds 1 september 2015 is hij aangesteld als bijzonder hoogleraar historische cartografie aan de Universiteit van Amsterdam.