Onkrijgbaarheid

Tim Krabbé
22,99
Op voorraad
SKU
9789044652314
Besproken in NRC
Bindwijze: Hardback
Levertijd 1-2 werkdagen Verzendkosten € 2,95
  • Gratis verzending vanaf €50,-
  • Veilige en makkelijke betaalopties
  • Aangesloten bij Thuiswinkel Waarborg
  • Makkelijk bestellen ook zonder account
Afbeelding vergroten
Meer informatie
Auteur(s)Tim Krabbé
ISBN9789044652314
BindwijzeHardback
Aantal pagina's224
Publicatie datum20221109
NRC Recensie2 ballen
Breedte133 mm
Hoogte205 mm
Dikte27 mm
NRC boeken recensie

Twee oude schrijvers vervuld van het mysterie van meisjes

Tim Krabbé en Thomas Verbogt In hun nieuwe romans blikken de hoofdpersonen terug op hun leven en mijmeren ze over de meisjes met wie ze hadden kunnen zijn.

Meisjes, mmmm-meisjes, zucht, zwijmel, steun, kreun: ‘Ze maken alles dansend, ze horen bij de lentebries die ik in gedachten kan hebben, open ramen, open tuindeuren, een tuin, met de geur waaraan ik het liefst denk, de geur van een tuin nadat het pas geonweerd heeft, in die geur zit een nieuw begin en zachte rust.’ Dat schrijft Thomas Verbogt (1952) in zijn nieuwe roman Maak het mooi. Een lentebries dus. Die geen storm wordt. Niet in gedachten, niet daarbuiten.

Ma-mie-moe-mie meisjes… Ook in Onkrijgbaarheid van Tim Krabbé (1943) gaat het er aldoor over. De hoofdpersoon, net als de hoofdpersoon bij Thomas Verbogt een oude schrijver, Giel Labij genaamd, spendeert zijn hele leven aan het najagen van wat hij met een opvallend lelijk woord aanduidt als ‘meisjeheid’. Niet dat hij zelf een meisje wil zijn, nee, ‘meisjeheid’ is ‘de zoete kwelling van het onkrijgbare,’ ‘een sfeer, een gebied, een fluïdum vervuld van het mysterie van meisjes’. Daar waart hij rond, daar verblijft hij het liefst.

Diepe, diepe indruk
Man, wat een gezemel. Het valt niet mee je aandacht bij deze romans te houden. Beide boeken gaan over mannen die niet van doorpakken weten, die niet kiezen, die in de eigen navel staren. In beide romans wordt voornamelijk van alles opgesomd, hele levens, maar zonder crisis, botsingen en wat dies meer zij.

Bij Verbogt overkomt de hoofdpersoon alles. Vanaf het moment dat de hoofdpersoon, ook Thomas Verbogt geheten, aan de hand van zijn moeder zijn eerste stapjes zet in een park te Nijmegen kiest hij geen richting. Het is meer dat de richting hem kiest, zijn leven lang, en daar mijmert en meiert hij over. Hij loopt door ‘het verhaal dat zich rond mij bedenkt.’ Zelfs zijn schrijversschap begint ‘ineens’. Dat geldt overigens ook voor de hoofdpersoon van Krabbé.

Bij Verbogt zijn de meisjes nauwelijks uit elkaar te houden. Het gaat ook niet om hen, het gaat om de diepe, diepe indruk die ze op de hoofdpersoon maken. Op de lezer niet. Het ware thema van de roman is, net als van Verbogts eerdere romans, de tijd. En of die ertoe doet.

‘Bijna niets eindigt ooit echt,’ heet het keer op keer. Alles wat gebeurt, is en blijft van belang. Herinneringen zijn evenveel waard als gebeurtenissen, zelfs, of juist, als ze, zoals dat gaat bij herinneringen, deels verzonnen zijn. Vermengd met verbeelding wordt alles namelijk (waarde)voller, intenser en samenhangender. Verbogt maakt dit punt telkens weer: ‘Is die herinnering dan niet even opgehouden herinnering te zijn, maar gebeurt het nu of denk je dat het nu gebeurt, wat waarschijnlijk hetzelfde is. Is dat niet de gebeurtenis die de herinnering is?’ Je raakt de draad kwijt in zulke passages.

In Maak het mooi onderscheidt de hoofdpersoon geen hoofd- van bijzaken, zo min als zijn schepper, de schrijver Verbogt, dat doet. Er worden geen lijnen getrokken, er wordt nauwelijks een verhaal verteld, er wordt rondgewaard. Het is vaag en oeverloos, het gaat maar door. Als op een gegeven moment een van de ‘meisjes’ in het boek zich van het leven berooft, een meisje voor wie de hoofdpersoon beloofd had te zorgen (waarom precies is niet duidelijk), is dat een opluchting. Er gebeurt iets! Maar helaas, het blijft voor de hoofdpersoon zonder gevolgen. Net als de onthulling die weer een ander meisje doet, omtrent bloedverwantschap tussen haar en de hoofdpersoon. Maakt dat indruk? Verandert het de hoofdpersoon? Nou, nee. Het is om jeuk van te krijgen.

Sneltreinvaart
Tim Krabbé lijkt in Onkrijgbaarheid aanvankelijk anders te werk te gaan. Bij hem gebeurt in de proloog juist meteen van alles, in sneltreinvaart. Een weduwnaar, filmmaker, die de ware liefde kende, is in Las Vegas om zijn vrouw te herdenken. Hij wint een jackpot, gaat op stap met een andere jackpotwinnaar, eet, danst, leeft er, op de valreep, nog even op los. Met een onweerstaanbaar mysterieus meisje zeker? Nee, met een onweerstaanbare vrouw van drieënzeventig, vijf jaar jonger dan hij. Goh. Geloofwaardig en sprankelend weet Krabbé, deels in dialoog, over te brengen hoe twee mensen elkaar binnen een mum van tijd kunnen vinden, mits ze ervoor open staan.

Helaas is er na die proloog ineens een andere hoofdpersoon: de oude schrijver Giel Labij, die zijn leven lang ‘het grote gevaar van de liefde: elkaar leren kennen’ ontloopt. Hij bekent een hoop meisjes, dat wel, of hij ze nu begeert of niet. Hij verspreidt zijn zaad, ervan overtuigd dat dat ‘een wet’, dus de bedoeling is (van wie of wat is onduidelijk). Er is er slechts een, de drieënzeventigjarige vrouw die in de proloog met een andere man verkeert, die hij een klein beetje kent. Of had kunnen kennen. Had moeten kennen. Had willen kennen. Als hij zich dat realiseert, is zijn kans verkeken.

‘Lorette Delaporte’ heet ze. Lorette ‘van de deur’ dus: een deur die hij abusievelijk als een draaideur beschouwt. Hun eerste ontmoeting vindt, als ze nog jong en onbezonnen zijn, plaats in een trein. Ze stappen samen zomaar onderweg uit, bezoeken een hotel, gaan daarna ieder huns weegs. In de rest van hun leven blijft dit zo. Ze zoeken elkaar af en toe op, zonder zich echt te verbinden. ‘Dit gebeurt, dacht hij. Nu is het nog bezig. En nu ook nog. Maar het zal voorbij zijn, en dan zal het altijd voorbij blijven. Het gebeurt nu.’

Ook bij Krabbé gaat het eigenlijk om het verstrijken van de tijd, al is er bij de hoofdpersoon in zijn boek, anders dan bij Verbogt, uiteindelijk wel sprake van het besef dat er iets te kiezen was geweest. Helaas daagt dit de hoofdpersoon pas aan het eind van het boek, als ingrijpen al onmogelijk is. Tot dan was er geen conflict, zelfs niet een innerlijk, op een mini-momentje na waarin hij bijna twee ‘voetjes’ op ‘gympies’ binnen laat, voetjes van het meisje dat, achteraf bezien, bij hem hoorde, hij ziet ze vanuit een souterrain. De verkleinwoorden maken duidelijk hoe gering hij haar belang inschat. Tot het te laat is. Tja.

18-11-2022 Judith Eiselin

Bestanden bij dit product
Back to top