Een jongen van 15 maakt de laatste bittere oorlogswinter van 1944/45 door. Eerst als toeschouwer, later diep betrokken bij het ondergrondse werk. In het dorpje aan de IJssel komt hij voor gevaarlijke opdrachten te staan. Heel alleen.
Niemand mag hij in vertrouwen nemen, want misplaatst vertrouwen kan het hele dorp in het ongeluk storten. Met zijn eenzaamheid groeit zijn onafhankelijkheid.
Ook in de moeilijkste omstandigheden staat hij alleen. Hij moet zijn eigen oordeel vormen, zijn eigen beslissingen nemen als een volwassen man.
Jan Terlouw (1931, Kamperveen) werkte jaren als kernfysicus voordat hij in 1970 besloot de politiek in te gaan.
Hij was onder meer fractievoorzitter van D66, Minister van Economische Zaken, Commissaris der Koningin in Gelderland en senator van de Eerste Kamer. Tegelijkertijd debuteerde hij als kinderboekenschrijver met Pjotr en Oom Willibrord. Zijn bekendste boeken zijn Koning van Katoren (bekroond met een Gouden Griffel) en Oorlogswinter (beide zijn verfilmd in respectievelijk 2012 en 2008).