Tempo doeloe, een omhelzing

Kester Freriks
12,99
Op voorraad
SKU
9789025309336
Besproken in NRC
Bindwijze: Paperback / softback
Levertijd 1-2 werkdagen Verzendkosten € 2,95
  • Gratis verzending vanaf €50,-
  • Veilige en makkelijke betaalopties
  • Aangesloten bij Thuiswinkel Waarborg
  • Makkelijk bestellen ook zonder account
Afbeelding vergroten
Productomschrijving
Nederlanders met een band met Nederlands-Indië hebben hun wereld in de tropen nooit kunnen vergeten. Het land leeft voort als paradijselijke tropische archipel, maar ook als land waar koloniaal geweld heerste. Toch is voor veel mensen, uit diverse bevolkingsgroepen, de eerste herinnering aan Indonesië die van een mooie tijd, de tijd van vroeger, van tempo doeloe. Velen van hen hebben het gevoel dat de geschiedenis hun het verleden heeft ontnomen.
Dit pamflet bepleit een eerherstel voor het Nederlands-Indië zoals het eens was. Er is hier weer aandacht voor de betekenis die het land van herkomst voor vele ontheemden heeft. Tempo doeloe, een omhelzing is in deze tijd noodzakelijk omdat begrip voor de gevoelens van vroeger ons het Indonesië van nu, en haar (ex-)bewoners leert begrijpen. Heimwee is daarom geen verboden woord.
Meer informatie
Auteur(s)Kester Freriks
ISBN9789025309336
BindwijzePaperback / softback
Aantal pagina's112
Publicatie datum20181016
NRC Recensie3 ballen
Breedte116 mm
Hoogte176 mm
Dikte10 mm
NRC boeken recensie

Ons beeld van het koloniale verleden is aan verandering onderhevig. Meer dan ooit is er aandacht voor oorlog en geweld in Indië en Indonesië. Met terugwerkende kracht wordt een deel van onze vaderlandse geschiedenis in een ander perspectief geplaatst. Hoe was het om Indonesiër te zijn in die periode? Het gaat daarbij niet alleen om de twintigste eeuw, maar ook om slavernij en uitbuiting in de VOC-tijd en in de negentiende eeuw, tijdens de hoogtijdagen van het kolonialisme.

Ik zag dat fraai geïllustreerd tijdens een recent bezoek aan Bronbeek bij Arnhem. Dit rustoord voor oud-(KNIL)militairen dat tegelijk een museum is, gold als een bolwerk van conservatisme en kolonialisme. In de jaren vijftig heb ik daar, op bezoek met mijn vader, als kind geluisterd naar ‘hanepikkies’ die nog in de Atjeh-oorlog hadden gevochten. Die zijn er niet meer, maar een rusthuis is het nog wel. De vaste expositie, ‘Het verhaal van Indië’, presenteert nu een genuanceerde weergave van het verleden, met veel meer aandacht voor de gevolgen van onze aanwezigheid in de Oost en het lot van de inheemse bevolking. Bronbeek is met zijn tijd meegegaan.

Je kunt het ook overdrijven. Bij het grafmonument van J.B. van Heutsz op de Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam staat tegenwoordig een bordje waarin uitsluitend in negatieve zin over de generaal wordt gesproken. Het graf wordt alleen getolereerd omdat het een kunstwerk is. Dat is onterecht. Van Heutsz wenste ook dat de bevolking van Atjeh zou profiteren van de olie die daar gevonden werd. Omdat er een pijpleiding werd aangelegd naar Belawan bij Medan, ging dat niet door. Als gouverneur-generaal was hij bepaald de slechtste niet. Hier zou een wat meer genuanceerde benadering niet misstaan.

Kester Freriks ziet in deze toegenomen kritiek een aanval op de tijd van vroeger, die door zovele Indischgasten wordt gemist. In zijn ogen worden hen hun dierbare herinneringen aan het oude Indië afgenomen. Zijn boekje Tempo doeloe, een omhelzing, is bedoeld om het geschonden beeld te herstellen. In zijn vurige pleidooi belicht hij allerhande facetten van wat Indië betekende voor wie zich daarmee verbonden voelt. Het is echter meer een hartenkreet dan een goed gestructureerd betoog. Hij is verontwaardigd over het feit dat bepaalde herinneringsboeken niet meer zouden ‘mogen’. Maar van wie niet?

Het koloniale systeem deugde niet – is er iemand die dat ontkent? We kijken daar nu anders naar dan vroeger. Niettemin was Het land van herkomst (1935) van E. du Perron zeker geen nostalgisch boek, maar een schoolvoorbeeld van kritische zelfreflectie die uitmondt in een afwijzing van de eigen koloniale mentaliteit van vroeger. En De stille kracht, het meesterwerk van Couperus uit 1900, is doordrongen van het besef dat de westerling niet in Indië thuishoort. Die kritische houding vind je in de Indische literatuur al vanaf de zeventiende eeuw, al heeft zij nooit gedomineerd.

Op zondag 4 november werd er op Bronbeek een symposium gehouden over ‘Liefde en lust in de Indische Letteren’. De meer dan driehonderd aanwezigen konden kennisnemen van lezingen over man-vrouw-relaties in de tropen, die overwegend door een kritische bril werden bezien, waarbij de positie van de Aziatische vrouw bepaald niet onderbelicht bleef. Het ging daarbij wel om koloniale literatuur. Om die in haar geheel als ‘nostalgisch’ te bestempelen, is zeker onterecht.

Kester Freriks neemt het op voor wie het land waarmee men zich verbonden voelde, moest verlaten. Daar heb ik veel sympathie voor. De tegenstelling die hij creëert, acht ik echter niet overtuigend. De geschiedenis kent nu eenmaal licht- en schaduwzijden. Je kunt je eigen verleden en dat van je familie koesteren zonder de ogen te sluiten voor oorlog en geweld.

 
Bestanden bij dit product
Inkijkexemplaar.pdf (34.68 kB)
Back to top