Lambik heeft een verrassingsreisje gefikst. Hij neemt het bekende gezelschap mee naar Auvers-sur-Oise, niet ver van Parijs. Ze logeren in “Auberge Ravoux”, de herberg waar ooit Vincent Van Gogh logeerde. Die nacht trekt er een onweer over het Franse kunstenaarsdorpje. De griezelige spanning begint als Wiske door het raam een donkere schim ziet passeren in de kletsende regen. De volgende ochtend lijkt alles perfect, de zon schijnt en na een stevig ontbijt trekt iedereen eropuit. Lambik is helemaal in schildersplunje. Hij gaat net als Vincent Van Gogh op een heuvelrug een olieverflandschap maken. De rest van het gezelschap kiest voor het toeristentreintje. Maar de trip loopt echter niet helemaal zoals verwacht.