Wijsheid
‘Daarna ging het licht uit”, schrijft de Vlaamse psycholoog Paul Verhaeghe, nadat hij in zijn nieuwe boek Wijsheid geconstateerd heeft dat in de eerste eeuwen van onze jaartelling in naam van de christelijke Waarheid alle kennis en wijsheid vernietigd werd. Pas in de vijftiende eeuw werd het volgens hem weer wat met de kennisverwerving en kon een zich gaandeweg ontplooiende Verlichting aanknopen bij wat zo gewelddadig afgebroken was.
Simplistischer kun je de Europese cultuurgeschiedenis niet voorstellen. Niet voor niets is dat simplisme door de serieuze geschiedschrijving allang ontzenuwd. De ‘duistere Middeleeuwen’, een cliché waarmee Renaissance en Verlichting vooral hun eigen ruimdenkendheid in het zonnetje zetten, kenden in werkelijkheid perioden van imposante intellectuele kracht. Wie dat nog altijd loochent, heeft niet goed opgelet.
Verhaeghe bereikte de afgelopen jaren een groot publiek met boeken als Identiteit (2012), Autoriteit (2015), Intimiteit (2018) en Onbehagen (2023), waarin hij vanuit psychologisch en psychoanalytisch gezichtspunt de problemen van de hedendaagse samenleving en vooral de verhoudingen van mensen onderling onderzocht. Dat maakte hem tot een belangrijke stem in het publieke debat en daarbij trad hij steeds verder buiten de grenzen van zijn eigenlijke vakgebied. In 2022 schreef hij met Intieme vreemden het Essay van de Maand van de Filosofie.
Het is dan ook niet vreemd dat Verhaeghe zich nu in Wijsheid expliciet richt op vragen die van oudsher behoorden tot de theologie en de filosofie: wie ben ik, waar kom ik vandaan, waar ga ik naartoe? Die vragen, zo merkt hij op, zijn de afgelopen decennia naar de achtergrond gedrukt door sciëntisme, technologische eenzijdigheid, no-nonsense-ideologie en rendementslogica. Inmiddels begrijpt de samenleving zelf niet meer waarom ze zo gedesoriënteerd, verward en ongelukkig is geraakt.
Klimaatverandering
Terecht breekt Verhaeghe daarom een lans voor de geesteswetenschappen, wier kennis niet kwantificeerbaar en methodisch reproduceerbaar is, of eenvoudig om te zetten in beheerstechnieken, maar die niettemin van levensbelang zijn om te begrijpen in welke wereld wij leven. Net als de kunsten leveren zij minder harde kennis op dan wijsheid, maar juist die laatste is onontbeerlijk voor een cultuur die in evenwicht wil zijn met zichzelf en de werkelijkheid om haar heen. Zij leren de mens dat hij niet buiten de realiteit staat, laat staan daar bovenuit torent, maar is opgenomen in een geheel waarvan hij – zie het klimaatprobleem – minstens zo afhankelijk is als dat geheel van hem.
Verhaeghe vertelt het vlot en gaat met zevenmijlslaarzen door de geschiedenis, waarvan de details het nogal eens moeten afleggen tegen het brede gebaar. Ook zijn stichtelijkheid leunt regelmatig op een schema van goed en fout dat vooral de eigen retoriek ten goede moet komen. Neem de klimaatverandering. „Voor zover mensen zich al zorgen maken over de bijbehorende problemen”, zo schrijft hij, „zijn ze ervan overtuigd dat de wetenschap wel voor oplossingen zal zorgen.” Tegenover de reële zorgen van zeer veel mensen is een dergelijke neerbuigendheid („Jan Modaal onderwerpt zich vrijwillig en beseft dat niet eens”) op zijn minst misplaatst.
Verhaeghe heeft met zijn aanbevelingen ontegenzeglijk gelijk, maar trapt daar wel heel veel open deuren voor in. Politici en beleidsmakers kunnen van zijn aanbevelingen misschien nog wat leren, maar in wat vaak het ‘zingevingsdebat’ wordt genoemd heeft dit boek weinig nieuws te melden. „Kennis vraagt meer dan ooit om wijsheid”, zo luidt de slotzin ervan. Op een tegeltje past dat net.
Kunnen we vertrouwen op onze waarneming? Valt er ooit iets zeker te weten? En hoe verhoudt kennis zich tot wijsheid?
Al sinds jaar en dag proberen we de werkelijkheid te ontrafelen en te voorspellen. Ooit vonden we antwoorden in mythen en magische praktijken, sinds een paar eeuwen richten we ons op wetenschappelijk onderzoek.
In Wijsheid duidt Paul Verhaeghe onze complexe verhouding tot de werkelijkheid. Hij legt het onderscheid uit tussen kennis, die ons leven makkelijker maakt, en wijsheid, die ons helpt bij existentiële vragen. Tegen die achtergrond doemt het altijd aanwezige gevaar op van het geloof in de absolute Waarheid. Op dat altaar wordt zowel kennis als wijsheid geofferd, met consequenties die niet te overzien zijn.
Auteur(s) | Paul Verhaeghe |
---|---|
ISBN | 9789403135601 |
Uitgever | Bezige Bij b.v., Uitgeverij De |
Bindwijze | Hardback |
Aantal pagina's | 160 |
Datum van verschijning | 20250410 |
NRC Recensie | 2 |
Breedte | 130 mm |
Hoogte | 198 mm |
Dikte | 18 mm |