Winnie & Nelson
Als Nelson Mandela op een middag langs een bushalte rijdt, ziet hij daar een schoonheid van jewelste staan. Hij overweegt zich om te draaien, maar doet het niet. Een tijdje later, in maart 1957, is het extreem slecht weer. Zijn collega en vriend Oliver Tambo pikt Mandela op in een delicatessenwinkel. Op de achterbank blijkt Winnie Madikizela te zitten. Mandela herkent haar van de bushalte en is opnieuw verkocht. Er volgen meerdere afspraakjes en ruim een jaar later trouwen ze, nadat Nelson tegen haar heeft gezegd dat ze een trouwjurk moet gaan zoeken.
Het lijkt het begin van wat een sprookjeshuwelijk had kunnen zijn: sterke man ontmoet achttien jaar jongere vrouw, waarna ze een van de beroemdste koppels ter wereld worden. Alleen leefden Nelson en Winnie Mandela niet lang en gelukkig samen. Bovendien was verhaal van hun huwelijk deels gefabriceerd voor de buitenwereld.
Vanaf het begin was duidelijk dat dit een huwelijk was tussen twee mensen die wisten dat de buitenwereld naar ze keek. Nelson had door ‘hoeveel potentie er schuilging in een publiek optreden, en er is overvloedig bewijs dat hij wilde dat het theater dat hij en Winnie maakten werd gezien. Dat deed hij juist omdat hij wist dat het politieke betekenis uitstraalde, dat de verschijning van een aantrekkelijk zwart stel ontzettend veel macht in zich droeg’, schrijft Jonny Steinberg in zijn dubbelbiografie Winnie & Nelson. Portret van een huwelijk. Op zijn huwelijksdag stapte Nelson in een auto met de kleuren van het ANC. Hetzelfde ANC zette 38 jaar later druk op Nelson om van de onvoorspelbare Winnie te scheiden.
Het verhaal van Nelson de grote verleider en Winnie de onschuldige schoonheid, bleek omgedraaid: het was Winnie die Nelson verleidde, en beiden wisten dat ze niet alleen met elkaar trouwden, maar met een land dat ze wilden (her)vormen.
Het paste echter niet bij de mores van die tijd dat Winnie zich als verleidster presenteerde: een jonge vrouw die achter een getrouwde, vooraanstaande man aan zat – Nelson was nog getrouwd toen hij een affaire met Winnie begon – was ongepast. ‘Nelson nam de last van de verleider op zijn brede schouders, omdat die daar gerieflijker kon liggen’, vat Steinberg de situatie samen.
Mythe onderuit
Om je dubbelportret te beginnen met het onderuit halen van een mythe over de twee hoofdpersonen is veelzeggend. Steinberg – die eerder een indrukwekkend boek over een Somalische vluchteling in de town-ships van Zuid-Afrika schreef – wil met zijn portret niet alleen het 38 jaar durende huwelijk ontleden, maar ook een geschiedenis van zijn land vertellen. Dat laatste doet hij minder overtuigend dan in zijn vorige boek; niet omdat de geschiedenis minder interessant is, maar omdat hij te veel uitlegt, tegelijkertijd veel aannames doet en soms met de nodige pathos de psycholoog uithangt. Over de verhalen die Winnie aan latere biografen vertelde merkt hij bijvoorbeeld op: ‘Misschien zei ze wel: mijn verleden is van mij – de verhalen die ik vertel zijn een afleidingsmanoeuvre’. Over de zoon van Nelson uit zijn eerste huwelijk die net als zijn vader veel bokste: ‘Toen Thembi ging boksen kon hij niet anders dan in zijn vaders wereld stappen, hem naar de kroon steken, tegen hem vechten.’ Of over een wanhopige Nelson Mandela op Robbeneiland met slechts een paar tastbare herinneringen: ‘Een paar foto’s, een stapel brieven, een landkaart: die middelen waren hopeloos ontoereikend. Er zijn grenzen aan wat de verbeelding vermag wanneer de essentie van je leven weg is.’ Tragische levens hoeven niet nadrukkelijk ingevuld te worden, zeker niet als het gaat om twee mensen over wie al zoveel bekend is en al zoveel is geschreven.
Vanaf het moment dat ze trouwden bewandelden Nelson en Winnie verschillende paden. Van de 38 jaar die ze officieel getrouwd waren, leefden ze maar twee jaar onder één dak. Bij de huwelijksceremonie was de vader van de bruid verbolgen over het feit dat zijn dochter met ‘die oude man’ trouwde ‘die de rest van zijn leven op de vlucht zal zijn voor politie en in de rimboe moet slapen’, en liet hij alle aanwezigen op de bruiloft weten dat Winnie voortaan als ‘heks’ door het leven ging. Ze kregen weliswaar twee kinderen, maar Nelson zou weinig van ze meekrijgen en de besluiten die hij vanuit zijn gevangenschap voor hen nam, stuitten op verzet van Winnie.
Het is een verhaal van strijd, verraad en ontrouw – waarbij ook Nelson niet helemaal gespaard wordt door Steinberg. Nelson was een womanizer, die niet elk kind dat hij verwekte erkende. Ronduit dramatisch is het verhaal van Ruth Mompati, die bij het advocatenkantoor van Mandela & Tambo werkte. In 1961 werd ze overgehaald een militaire training te volgen in de Sovjet-Unie. Met twee kleine kinderen thuis wilde ze niet. Maar ze liet zich overreden omdat het maar voor drie maanden zou zijn. Die drie maanden werden tien jaar. Toen ze terugkeerde was haar oudste zoon, waarvan Nelson de biologische vader was, zestien. Haar jongste was toen twaalf. De jongste pleegde zelfmoord en de oudste overleed na een aneurysma. Als ze Nelson belt om te vertellen dat zijn zoon dood is, blijft hij stil en zegt dan: ‘Heb je iets nodig?’ Ze spraken elkaar niet meer.
Deze kilheid staat in contrast met de goedmoedige, vergevingsgezinde man die in 1990 uit de gevangenis liep met Winnie aan zijn hand. Beiden hadden de vuisten gebald. Het had niet veel gescheeld of ze waren niet gezamenlijk die gevangenispoort uitgelopen. Maanden lang hadden ze elkaar niet gesproken. Nelson had al op Robbeneiland, waar hij hoorde van haar minnaars, een scheiding gewild. Die had hij niet doorgezet.
Winnie had zelf gevangen gezeten, was gemarteld tijdens politieverhoren, zat in isolatie en had geen idee wanneer ze haar kinderen weer zou zien. Ze werd ziek en door instanties onder huisarrest geplaatst. De marteling, de angst en het besef alle controle te verliezen waren in haar lichaam gaan zitten. In haar boek 491 Days, Prisoner Number 1323/69 schreef ze: ‘Ik ben gereduceerd tot niemand, van geen enkele waarde. Dit is als levend begraven worden. Ik leef alleen nog omdat ik adem.’
Gruwelijke verhalen
Wat Steinberg goed neerzet is de manier waarop beiden een eigen uitweg vonden voor hun wrok. Winnie was degene die bij de begrafenissen van slachtoffers van de apartheid aanwezig was, met een gebalde vuist reageerde op de zoveelste intimidatie, maar ze was ook de oprichter van de Mandela United Football Club (MUFC). Over die club verloor ze de controle. Gruwelijke verhalen over moord en mishandeling bleven eraan kleven. Winnie zou nooit loskomen van de beschuldiging van moord wegens vermeend verraad op de 14-jarige ANC-activist Stompie Seipei.
Waar Winnie de radicaal werd (en ook nog eens ‘de vrouw van’) zette Nelson een masker op na zijn vrijlating – het masker van de man die mild was ondanks zijn jaren van gevangenschap, de man die het wonder van de transitie in Zuid-Afrika teweegbracht. Erachter school een eenzame, treurige, gekwetste man.
De wereld schiep een mythe van de man die verzoening ademde. Winnie daarentegen verklaarde Nelson steeds meer te zijn gaan zien als talisman van het regime. De gevolgen waren volgens Steinberg groot. Winnie ‘had het grootste deel van het verhaal van haar ex-man bezoedeld. En het valt te betwijfelen of dat ooit nog schoongepoetst kan worden’.
ISBN | 9789045039015 |
---|---|
Aantal pagina's | 600 |
Datum van verschijning | 20230519 |
NRC Recensie | 3 |
Breedte | 150 mm |
Hoogte | 228 mm |
Dikte | 43 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres