Achteraf bezien
Van Elizabeth Jane Howard verslond ik eerst haar sage over de familie Cazalet en daarna vrat ik me door haar romans. Telkens weer en telkens anders tekende ze uit hoe benauwd vrouwen en mannen het elkaar maken ¬ – waarbij de vrouwen hun levensgeluk volledig laten afhangen van mannen en de mannen alles doen om hun eega’s te ontlopen. En nu zijn haar memoires vertaald: Achteraf bezien (2002).
Howard (1923-2014) was een vrijbuiter die een turbulent leven leidde. Ze ontwikkelde zich van hongerende actrice tot een Britse mediapersoonlijkheid, was het middelpunt van literaire kringen. Altijd actief en in kleine kring gewaardeerd als romanschrijfster, kreeg haar oeuvre met terugwerkende kracht wereldwijd erkenning toen ze in de zeventig was en deel 5 van haar serie over de familie Cazalet was verschenen. Het is een gemis dat ze de sterk autobiografische achtergrond van die romans onbesproken heeft gelaten. Zo vertelt ze zakelijk in Achteraf bezien dat haar vader haar aanrandde, toen ze geen meisje meer was. Hoe verhoudt zich dat tot haar Cazalet-cyclus, waarin ze prachtige scènes wijdde aan de ontzetting van de dochter die datzelfde overkomt en die desondanks van haar vader wil blijven houden? Dat blijft in het midden. Ze stipt het aan en laat het daarbij.
Vracht aan vrijers
Haar mantra is dat ze zo graag schrijft, maar waarom komt niet aan de orde. Haar boeken zijn voor haar een mogelijke bron van inkomsten – en dat valt dan steeds tegen. Achteraf bezien kabbelt en babbelt, met veel verhuizingen en reizen en geldgebrek en een lange sliert namen die een insider vast iets zullen zeggen maar deze outsider wanhopig maakt. Want wie zijn dat toch allemaal, hoe onthoud ik ze en hoe houd ik ze uit elkaar? Intussen concentreert Howard zich op haar schaamte over haar verkeerde levensbeslissingen en tekortkomingen. Wat er goed gaat (optredens, tv-shows, literaire festivals, literaire journalistiek etc.) moffelt ze weg in bijzinnen.
Vermakelijk is de vracht aan mannen die naar haar gunsten dingt. Vaak zijn dat schrijvers, van Romain Gary tot Arthur Koestler, en steevast zijn ze zo verward over haar prachtige uiterlijk dat ze meteen met haar willen emigreren. Howard gaat geen avontuur uit de weg, maar wat haar nou precies trekt in zo’n man, het komt er niet uit. Haar stiefzoon, de schrijver Martin Amis, dankt zijn schrijverschap aan haar aanmoediging (hij schreef het zelf), maar ook hij fungeert slechts als edelfigurant.
De diepte in
Wat ze wel vermeldt is dat zijn vader Kingsley Amis, Brits literair zwaargewicht en haar derde echtgenoot, haar werk maar niks vond. Ze beschrijft zijn aanvankelijk dolle verliefdheid, zijn pathologische drankmisbruik, zijn mannenvriendschappen annex vrouwenhaat. Afgezien van zijn writer’s block, komt zijn schrijverschap niet erg aan de orde.
En dan eindelijk, in het laatste deel van haar memoires, heeft ze zichzelf te pakken en begint af te graven, de diepte in. Ze verlaat met veel moeite Kingsley Amis. En dan krijgt ze vleugels. Wat nu? De vrijheid, zou je denken, maar zo makkelijk verandert ze niet.
Ze is altijd een vrouw geweest die getrouwd wilde zijn, zonder relatie is ze nergens, durft ze het leven niet aan. ‘Niemand zou een ‘wegloper’ van zesenvijftig willen hebben’, vreest ze. Ze beschrijft haar twijfels met meer afstand en durft zichzelf te verlossen van die verlammende schaamte.
Niet alles gaat meteen op rolletjes, roerend zijn de passages over haar weerloosheid tegen een liefdeszwendelaar, onbesuisd honoreert ze zijn avances.
Ze wordt op het nippertje gered en vervolgens doet ze wat een schrijfster te doen staat: ze verwerkt hem in Falling (1999), een schitterende roman waarvoor het woord beklemmend is uitgevonden. Horror van de geest. Nog niet vertaald, maar dat komt vast wel.
ISBN | 9789025473327 |
---|---|
Aantal pagina's | 608 |
Datum van verschijning | 20230117 |
NRC Recensie | 3 |
Breedte | 150 mm |
Hoogte | 229 mm |
Dikte | 40 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres