Of het nu gaat om een Bourgondische grand cru of een anonieme coup de rouge: wijn drinken is een genot. Maar nog mooier is dat te doen als je iets afweet van de geschiedenis van deze godendrank, die in dit rijkelijk geïllustreerde boek geschetst wordt. Het epos begint in de Kaukasus waar de wijnbouw 10.000 jaar geleden werd ‘uitgevonden’. Via de Grieken en Romeinen bereikte de viticultuur Gallië, het ‘beloofde land’ van Bacchus. De wijngod heeft er hoogtepunten beleefd, zoals de middeleeuwen toen er nog geen concurrentie bestond van koffie of frisdrank en wingerds zelfs geplant werden in het hoge noorden van het Franse koninkrijk, het graafschap Vlaanderen. Maar ook dieptepunten, zoals de rampzalige crisis van omstreeks 1900, veroorzaakt door de uit Amerika afkomstige druifluis. En er waren ambivalente episodes zoals de vroegmoderne tijd, toen Bacchus enerzijds terrein verloor maar anderzijds Frankrijk nieuwe soorten nectar schonk, zoals champagne. Een boek om te ‘degusteren’.