De kinderen van Oost-Congo brengt het verhaal van twee jongeren uit dezelfde streek rond Goma: kindsoldaat Isaac en activiste Rebecca. De eerste was nauwelijks dertien toen hij een kadogo werd, een rekruut van rebellenleider Laurent Kabila. De tweede was ooit de jongste politieke gevangene toen ze met andere jongerenactivisten opkwam tegen het beleid van Kabila. Waarom heeft de ene voor de wapens gekozen en de andere voor de woorden? Zijn ze trouw gebleven aan hun missie? Hoe universeel is hun verhaal? Wie wilden ze bevrijden?
En wie haalt het? De kindsoldaat, meegesleept door valse beloftes? Of de activiste, die koppig vecht voor basiswaarden? Katrien Vanderschoot zoekt in vijfentwintig jaar verslaggeving over de meest explosieve regio van Congo naar antwoorden, tendensen, oorzaken en oplossingen. En ze geeft het laatste woord aan de Congolezen zelf.
Een beklijvend verhaal over gekozen worden en kiezen, over inzicht en loutering, over de vrijheid van het individu en de dwang van een gemeenschap, over afhankelijkheid en veerkracht, over hypocrisie en authenticiteit, over fatalisme en hoop.