De menseneter
Het duivelse van een interim-manager
Bedrijfscultuur In zijn derde roman beschrijft Tom Hofland de bedrijfsterreur van de interim-manager. De menseneter bevindt zich deels in realistisch vaarwater, maar vertoont ook absurde trekken.
Tegenwoordig komen bedrijven vooral mensen tekort, maar het is ook weleens anders en dan moeten er in korte tijd heel veel mensen weg. Lute, een bestuurlijke onderknuppel van een bedrijf dat capsules voor medicijnen fabriceert, krijgt dat te horen in het begin van De menseneter, de derde roman van schrijver en podcastmaker Tom Hofland (1990). Lute moet het vuile werk opknappen en al die collega’s ontslaan. Of beter, hij ‘moet tweeëndertig mensen overtuigen dat het gras bij de buren ietwat groener is’, zoals hij het samenvat tegen Reiner, een mysterieuze man in een café. O, zegt die man, maar laat mij dat dan voor je oplossen. Lute haalt opgelucht adem en kort daarop wandelt Reiner met compagnon Lombard het bedrijf binnen. Het is tuig van de richel.
Wat Hofland in zijn jongste roman doet is het dramatiseren, het overdrijven van zulke interim-management-praktijken, dus van het even kort inhuren van een paar externe beulen om overtollig geachte werknemers van een bedrijf eruit te werken. Weg te pesten, want ontslagen krijg je ze niet zomaar. Wat je in zo’n geval vaak hoort – ook in De menseneter – is dat de mensen die geslachtofferd worden dat niet al te persoonlijk of emotioneel moeten opvatten: it’s just business. Maar als dat zo is, als het zo makkelijk is, lijkt Hofland zich (terecht) af te vragen, waarom valt het leidinggevenden dan zo zwaar om de betreffende taak zélf te verrichten?
Al gauw blijkt dat Lute, een grijze muis die het liefst nog heel lang een grijze muis was gebleven, met Reiner een Paard van Troje heeft binnengehaald, want de externen houden er wel erg rigoureuze methoden op na. De menseneter bevindt zich deels in realistisch vaarwater, maar vertoont ook absurde en zuiver fictieve trekken. Zo zijn we ‘gewoon’ op de Veluwe, met hertjes en zwijnen, maar wordt er ook getijdreisd en duikt de politie – ondanks het grote aantal ernstige misdrijven – nooit op. Dat is geen dommigheid van Hofland, maar gewoon hoe hij zijn universum inricht. Sferisch laat het geheel zich een beetje vergelijken met sommige films van Alex van Warmerdam (Borgman, bijvoorbeeld) of met die van Giorgos Lanthimos (The Lobster). Er zit iets geestigs in, maar van dijenkletsen mag het niet komen. Zwartkomisch.
Het ironische is dat Hoflands vorm en stijl heel ineffectief zijn in het illustreren van het vermeend duivelse van het interim-managementschap. Dat weggepest worden, of het moeten wegpesten van mensen die je goed hebt leren kennen (zoals Lute) ontzettend nare ervaringen kunnen zijn, daar is weinig tegenin te brengen. Maar bijna nergens word je geconfronteerd mét die ellende, met hoe dat is om opeens als een melaatse te worden behandeld. Terwijl nu juist het medium van de literatuur daar toegang toe kan bieden. De getarten, de mishandelden, ze laten je te koud.
Voor een staaltje ware bedrijfsterreur pak je toch liever Johann Holtrop van Rainald Goetz er maar weer bij. En de roman is rekkerig, is zo talmend geschreven dat je gaat vermoeden dat hier eerder iemand per se een roman heeft willen schrijven dan dat er daadwerkelijk genoeg potentie zat in het idee dat eraan ten grondslag ligt. Anders gezegd, er zit een mooi kort verhaal in deze roman.
15-07-1976 Sebastiaan Kort
De menseneter is een zwartkomische aanklacht tegen de doorgeslagen zakelijkheid en het verlies van menselijkheid op de werkvloer. Daarnaast is het een origineel, fantasierijk en sprankelend eerbetoon aan de liefde, in al haar facetten.
ISBN | 9789021433004 |
---|---|
Aantal pagina's | 256 |
Datum van verschijning | 20220524 |
NRC Recensie | 2 |
Breedte | 136 mm |
Hoogte | 214 mm |
Dikte | 23 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres