Goed, naar omstandigheden
Een rolmodel voor mensen zonder geld, kind of carrière
Autobiografische fictie Cindy Hoetmer vertelt in haar tweede roman flarden van haar eigen leven. Haar schrijfstijl lijkt makkelijk, maar is geraffineerd.
Van veel schrijvers kun je columns en dagboekachtige notities maar het beste los van elkaar lezen, niet achter elkaar door. Overdaad schaadt al gauw, zeker als een auteur ‘op de lach’ schrijft, maar bij een enkeling werkt totale onderdompeling juist het beste. De som is dan meer dan het geheel der delen. Zo’n auteur is Cindy Hoetmer (1967), van wie recent een tweede ‘roman over niets’ verscheen: Goed, naar omstandigheden.
Eenpersoonshuishoudens
In flarden vertelt zij over haar leven. Sommige stukken stonden eerder in kranten of bladen, andere op sociale media en weer andere werden niet eerder gepubliceerd: samen vormen zij een soort doorlopend verhaal. ‘Autobiografische fictie’ noemt zij het genre zelf: het is echt gebeurd, maar toch ook niet. Het is een registratie, maar ook een interpretatie van wat haar overkomt, van hoe de wereld op haar overkomt en van wat de wereld overkomt, in dit geval: de coronapandemie te Amsterdam. Stukje bij beetje schrijft zij een levendig, vermakelijk en bij vlagen ontroerend tijdsdocument bijeen van impressies, net als in de voorganger Min of meer opmerkelijke gebeurtenissen uit het leven van een treuzelaar(2020). Het is dus een zelfportret, maar overstijgt toch ook het puur persoonlijke. Het geeft een krachtig beeld van een grotestadsleven anno nu, vol eenpersoonshuishoudens, eigenheimers, individualisten, zoekenden.
Hoetmer acht zichzelf nogal een schlemiel: ‘Mijn vinger bloedde, hij was tussen het scharnier van mijn leesbril gekomen, een meer bejaarde verwonding was niet denkbaar. Ook was ik in een toastje met smeerkaas gaan zitten, dat plakte aan mijn broek.’ Zij zet zichzelf weg als ‘een uitstekend rolmodel voor mensen zonder geld, carrière en/of kinderen’ aangezien zij al die zaken ook niet heeft, en noemt zichzelf bij herhaling ‘geen succesverhaal’, een ‘loser’ of een ‘mislukkeling’, maar koket wordt dat bij haar nooit, het zijn eerder nuchtere constateringen. Hardop lachen om een boek is in mijn ervaring vrij zeldzaam, maar Hoetmer ontlokt me keer op keer een schaterlach. Niet doordat ze moppen debiteert, maar puur om haar opmerkingsgave, associaties en droge formuleringen.
Beeldbellen
In Min of meer opmerkelijke gebeurtenissen uit het leven van een treuzelaar was de rode draad ‘uitstelgedrag’ en hoe daar (eventueel) iets aan te doen. In Goed, naar omstandigheden wordt uitstelgedrag ineens haast een verplichting, door de lockdown. Zelfs iemand die altijd al op zichzelf teruggeworpen is, met kip noch kraai, blijkt van alles te verliezen wanneer er niets te doen is.
De beschouwing over onze tijd die Hoetmers werk óók is, zit hier wat meer dan in het eerdere boek, verstopt onder het oppervlak. Als zovelen in coronatijd worstelt Hoetmer met leven tijdens het virus. Ze neemt een hond, gaat koken, beeldbellen, wandelen en buiten borrelen: ‘We dronken wijn, aten toastjes en probeerden zo min mogelijk over het virus te praten. Dat lukte maar matig. We spraken over de geschiedenis van sushi. Sieb las een gedicht voor over de Eerste Wereldoorlog. Ylva ergerde zich aan kinderen op een sloep die zich niet aan de anderhalvemeterregel hielden. Daarna wilde ze een selfie maken en raakte ze mijn schouder aan. Mag niet, riep ik.’ Hoetmer trekt hier eerst de conclusie (‘dat lukte maar matig’) en laat dán zien hoe het virus zich vanzelf in de conversatie wrong. Haar manier van schrijven lijkt makkelijk, maar is geraffineerd en origineel.
25-02-2022 Judith Eiselin
'God, wat is ze grappig.' **** NRC Handelsblad
Hoetmer schrijft opnieuw briljant en droogkomisch over haar leven in Amsterdam, en over alle grote en kleine dingen die op haar weg komen
Het zou een spetterend jaar worden, dacht Cindy Hoetmer, die na jaren weer eens een boek had geschreven. En toen kwam de pandemie. Sommige mensen raakten alles kwijt, maar Cindy had niet zo veel te verliezen. Ze merkte dat het leven gewoon doorgaat, al kun je het niet meer vieren met feestjes en vakanties. Niettemin gebeurden er dingen, kleine dingen en grote. Ze sprak weer eens af met een man, deed mee aan ongemakkelijke zoomborrels, adopteerde een Griekse hond met een scheef bekje, dronk koffie op straat en bestudeerde elke dag de covid-grafieken.
Net als in haar vorige, goed ontvangen, autobiografische roman Min of meer opmerkelijke gebeurtenissen uit het leven van een treuzelaar, beschrijft Hoetmer op humoristisch-melancholieke wijze de dagelijkse realiteit van een oudere vrijgezel. Dit keer in een periode van dichte kroegen, lege straten en volle ziekenhuizen.
In de pers
'Zuiver tragikomisch goud.' VPRO gids
'Weerbarstig en komisch tegelijk.' Het Parool
‘Een mix van Simon Carmiggelt en Charles Bukowski.’ Het Parool
‘De opgewekt sikkeneurige vijftiger Cindy Hoetmer beschrijft in Min of meer opmerkelijke gebeurtenissen uit het leven van een treuzelaar het eigen leven met geestige pen.’ Trouw
‘God, wat is ze grappig’ **** NRC Handelsblad
ISBN | 9789029094795 |
---|---|
Aantal pagina's | 216 |
Datum van verschijning | 20220204 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 133 mm |
Hoogte | 208 mm |
Dikte | 25 mm |