Dit is een verhaal over vaders, moeders en kinderen, maar bovenal en in het bijzonder over vijf mensen. Een van hen gaat vaak naar de schapen, een ander bestrijdt insecten, nog een ander maakt beelden van was. Iemand legt doden af en nog iemand anders kijkt naar niets.
In alles wat ze doen duikt een vraag op die nooit hardop wordt gesteld. Waarom voelen zij zich zo onlosmakelijk met elkaar verbonden en willen zij het liefst aan anderen kunnen vertellen: ‘Met ons gaat alles goed.’
Ik ga naar de schapen gaat over zwijgen, kijken, vasthouden en loslaten. En ook over graag leven. Maar hoe doe je dat alweer?
Marieke De Maré (1985) verzint, schrijft en vertelt. Ze heeft het vermogen om schoonheid te zien in de meest kwetsbare momenten en deelt dit graag met anderen. In 2020 debuteerde ze met de roman Bult, die lovend werd onthaald. Ik ga naar de schapen is haar tweede roman.