Mijn mannen
Als een gruwelijke heks die ze met een vlammenwerper zouden moeten bestrijden, zo komt Belle Gunness op je over als je voor het eerst over haar leest op Wikipedia. De in 1859 geboren Noorse emigreerde op jonge leeftijd naar de VS en vermoordde daar, al lopen de schattingen uiteen, veertien mannen en een vrouw – meestal uit haar directe sociale omgeving. Het motief? Nou, zoals het er dan zo stellig kan staan op zo’n site: geld, het zou haar te doen zijn geweest om het innen van vaak net afgesloten levensverzekeringen. Eerst dacht men dat Gunness bij een brand in 1908 om het leven was gekomen, maar later begon het getwijfel, want dat verbrande, onthoofde lijf zou ook net zo goed aan een andere vrouw kunnen toebehoren. Was Gunness ontkomen en leefde zij daarna nog vele jaren? Waarin zij gewoon doorging met moorden? Men weet eigenlijk niet zo veel van deze ‘Lady Bluebeard’, zoals een van haar bijnamen luidde.
Het is deze vrouw waarover de jonge Noorse schrijfster Victoria Kielland (1985) zich buigt in het net vertaalde Mijn mannen. Kielland las en citeert veel geschreven bronnen in haar roman, maar liet toch vooral haar verbeelding los op Gunness. Hoe kon het zo ver komen? Of zat het er al vanaf kinds af aan in? Pasklare antwoorden levert Kielland niet, maar met waar ze in haar vertelling de nadruk op legt kun je wel uit de voeten. Zo opent het boek met de beschrijving van een 17-jarige Gunness, nog in Noorwegen, die een affaire heeft met een oudere man die ruw het leven beëindigt van het kind dat in Gunness buik leeft. Getraumatiseerd, zo is je indruk, stapt Gunness kort daarna op de boot naar Amerika. Als de man waar je van hield je dit zomaar kan aandoen, wat heb je dan nog voor moois van het leven te verwachten? De reis, de zee, de Amerikaanse steden, de prachtige natuur van het land: Gunness beziet het allemaal door een soort rouwsluier.
Diabolische kant
Er is meer aan de hand. Om niet in haar eentje weg te teren levert Gunness zich uit aan God, aan zijn wil. Tenminste, dat denkt ze te doen. Want hoe ze zich moet redden in dat nieuwe land, zodat ze het er een beetje aangenaam vindt, weet ze niet. En dus roept ze op cruciale momenten God er maar bij en laat ze hem haar influisteren wat er dient te gebeuren – waarmee ze onbewust ruim baan lijkt te geven aan haar eigen diabolische kant. Het is erg knap hoe Kielland op deze momenten vorm geeft aan het bewustzijn van Gunness: ze laat haar handelen of reflecteren op een handeling, maar een beetje alsof er op die momenten iemand of iets anders aan de knoppen zit. Ze is het werktuig van een boosaardige god.
Mijn mannen is in Noorwegen en daarbuiten inmiddels flink bejubeld. En het is ook een indrukwekkende roman, maar daar moet je hem wel de tijd voor geven. Het is namelijk net alsof Kielland tijdens het schrijfproces beter heeft leren schrijven: in de eerste honderd pagina’s ramt ze wel erg nadrukkelijk op het orgel. In een enkele alinea lees je dan dat ‘alles weer opwelde’ in Gunnes, denkend aan Mads zijn ‘hete kussen’ op haar rug, dat ze daardoor ‘sterretjes voor haar ogen’ zag, dat hij zo’n ‘oneindig warme huid’ had, dat ze hem nu dan ook ‘met elke vezel van haar lichaam mist’, dat goddank nog ‘niet alles’ van hem is verdwenen omdat er nog een haar van hem aan de badkamermuur zit. Het roeptoetert maar door, taal uit de Bouquet-reeks. Kielland is lang te bang om geen indruk te maken.
Mijn mannen is dus eerder het boek van een meester in wording. In de laatste helft schrijft Kielland veel subtieler en gelaagder, iets wat je bijvoorbeeld ook merkt aan de dramaturgische keuzes, waarmee ze het zichzelf niet makkelijk maakt, maar daardoor juist kan laten zien wat ze aan kan. De hooggevoeligheid van Gunness snijdt dan door je ziel en je raakt er dan echt van overtuigd dat er een te groot hart in deze vrouw zat.
- John Vervoort in De Standaard der Letteren (5 sterren)
Mijn mannen is een fictief werk geïnspireerd door de werkelijke gebeurtenissen van Brynhild, een Noors dienstmeisje. Brynhild emigreerde aan het einde van de negentiende eeuw naar Amerika en werd Bella Sørensen, en daarna Belle Gunness uit La Porte, Indiana. Na haar dood staat Belle bekend als Amerika’s eerste vrouwelijke seriemoordenaar, maar Kielland schrijft over een gebroken persoon, over teleurstellingen en afgronden, over jezelf niet verliezen, over wie mag leven en wie moet sterven: ‘Wie liefheeft met heel zijn hart zal de liefde nooit overleven.’
In de pers:
'Indrukwekkend is de manier waarop de historische figuur en haar demonische, innerlijke wereld evenwichtig worden verbeeld. De uitzonderlijk expressieve en zintuiglijke schrijfstijl maakt van ‘Mijn mannen’ dwingende lectuur. De beeldrijke precisie in Kiellands zinnen is adembenemend. Wat onderhuids broeit, suggereert ze gebald en efficiënt. Ze graaft zo diep in Belles psyche dat je soms vergeet waartoe het ontaarde hoofdpersonage in staat is.'
- Laurent De Maertelaer in Humo
'Het is een heel apart, bijzonder boek. Echt een staaltje van zintuiglijk, gedurfd, adembenemend impressionisme. Een zeer aanprijzenswaardige roman.'
- Christophe Vekeman, Radio 1 (Klara)
‘Zintuiglijke scènes die ongeëvenaard zijn in de Noorse hedendaagse literatuur. De tekst onderzoekt waar de kiem van een criminele grenzeloosheid zich bevindt, en hoe de werkelijkheid wordt gevoeld wanneer een menselijk emotioneel register zich heeft uitgebreid tot het morbide.'
– Stavanger Aftenblad
‘Een van de mooiste en ook meest gruwelijkste plots die ik ooit heb gelezen. Een prestatie die zowel gedurfd als verfrissend is.’
– Dagbladet
Over Victoria Kielland:
Sinds haar debuut onderscheidt Victoria Kielland (1985) zich als een van de meest originele stemmen van haar generatie. Ze debuteerde in 2013 met de korte prozabundel I lyngen. In 2016 werd haar eerste roman gepubliceerd, Dammyr. Haar tweede roman, Mijn mannen, werd bekroond met de Stig Sæterbakken Memorial Prize 2021. Mijn mannen is een bestseller in Noorwegen en verschijnt in elf talen.
In 2022 werd Kielland bekroond met de prestigieuze Dobloug-prijs, de literatuurprijs die elk jaar twee Zweedse en twee Noorse schrijvers bekroond voor hun literair onderscheidende werk.'Kielland heeft een zeer fysieke manier om zichzelf uit te drukken, een stijl die uniek is in de hedendaagse Noorse literatuur. Het is een genoegen om de Dobloug-prijs toe te kennen aan dit onderscheidende talent, een jongere auteur met een eigen stem die deze prijs absoluut verdient, zelfs in dit vroege stadium van haar carrière.'
ISBN | 9789493290143 |
---|---|
Aantal pagina's | 208 |
Datum van verschijning | 20220928 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 125 mm |
Hoogte | 200 mm |
Dikte | 20 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres