Min of meer opmerkelijke gebeurtenissen uit het leven van een treuzelaar
Cindy Hoetmer Voor de belevenissen van deze onzekere vrouw in de grote stad ben je snel gewonnen. Want zelfs van de meest onbenullige ervaringen weet Cindy Hoetmer (1967) iets bijzonders te maken.
Kan wat terloops is toch opmerkelijk zijn? In Min of meer opmerkelijke gebeurtenissen uit het leven van een treuzelaar vertelt Cindy Hoetmer (1967) over haar leven. Ze beleeft weinig, ambieert niets, heeft baan noch kind, minnaars noch man, alleen een stamkroeg in het centrum van Amsterdam, maar god, wat is ze grappig. ‘Ik ben als Franse kaas, je moet van me leren houden’, schrijft ze. Dat laatste valt mee, wanneer je dit boek leest – een verzameling losse notities, een soort stadscolumns, over wat haar overkomt, opvalt, dwarszit, tegenstaat en meesleept – ben je snel gewonnen.
Zeker in deze verwarde tijden, waarin velen met concentratieproblemen kampen, is dit boek vrij ideaal leesvoer. Je kunt makkelijk in en uit de wereld van Hoetmer stappen: er is altijd wat te zien, hoe klein ook. Het gaat van kroegbezoek naar een optreden van een band, via een dichtersbegrafenis naar een ouderlijk appartement op een Spaans vakantiepark en soms zomaar even de straat op of naar de supermarkt. Hoetmer is een stoethaspel of voelt zich zo, ze associeert dikwijls op wat had kúnnen gebeuren, bijna gebeurde, of ze noteert juist heel droog precies wat ze hoort en ziet.
Kater en kebab
Ze is monter, maar wel angstig aangelegd. Ze ‘schaamt [zich] bijna altijd,’ is ‘geen groot liefhebber van oogcontact’ en verwondert zich over sociale conventies. Als iemand in een café een flauwe opmerking in haar oor blaast, begint zij te overpeinzen wat er grappig aan zou zijn en waarom het haar niet bevalt. Ze beschouwt zichzelf als ‘een verschrompeld oud appeltje dat niemand op wil eten’, en heeft bij momenten nogal een hekel aan zichzelf. Bijvoorbeeld als ze katerig wakker wordt naast een half broodje kebab: ‘Het gevoel was vergelijkbaar met wakker worden naast een vervelende vent met wie je normaal niet eens zou willen praten [...]. Later besloot ik het broodje toch maar op te eten, omdat het dier anders voor niets was gestorven. Het was vies, maar dat had ik verdiend.’ Ze treft ’s ochtends na het uitgaan wel vaker vreemde dingen aan, zoals op maat geknipte kaasplakjes voor op de melbatoast – ‘dat vond ik [vannacht] waarschijnlijk heel ingenieus van mezelf.’
Het is allemaal niet alleen maar grappig, en niet zo oppervlakkig als het misschien klinkt. Hoetmer lijdt onder haar angsten, onder haar uitstelgedrag. Daarom bezoekt ze een psychologe. Die probeert haar via cognitieve gedragstherapie te helpen. Hoetmer haakt af als de psychologe haar opdraagt een berg sollicitatiebrieven te schrijven: precies iets wat niet gaat. Ook deze omzwervingen beschrijft ze weer erg geestig, maar toch is voelbaar dat het zo lollig allemaal niet is.
Hoetmer heeft het vermogen zichzelf als personage waar te nemen. De stijl van deze notities, de wijze van formuleren, maar ook het soort zaken dat haar opvalt en hoe ze haar eigen handelen beziet, doet denken aan de succesvolle ‘faxboeken’ van Nicolien Mizee en aan de persoonlijke stukken van David Sedaris. Net als Mizee en Sedaris lijdt Hoetmer enerzijds onder haar sociale onvermogen (ze heeft geen idee hoe je op het werk een gesprekje bij de koffieautomaat moet voeren), maar is ze anderzijds juist heel sterk en eigenzinnig, dankzij haar opmerkingsgave, haar schrijftalent en haar grote gevoel voor humor.
Longlist Libris Literatuur Prijs 2021
**** NRC Handelsblad
Wat Adrian Mole deed voor tieners en Hendrik Groen voor senioren, doet Cindy Hoetmer voor midlifers
Zonde eigenlijk, dacht Cindy Hoetmer, toen ze op een dag iemand op een bijzondere manier zag struikelen, dat al die grappige dingen die ik zie en meemaak niet worden gefilmd. Nu kan Cindy niet filmen – ze kan zelfs heel weinig vindt ze zelf – maar ze kan wel schrijven. Ze besloot daarom de opmerkelijkste gebeurtenis van de dag te gaan opschrijven.
Het leven van deze midlifer is op het eerste gezicht niet erg opwindend: ze drinkt elke vrijdag bier in stamcafé De Pels, bezoekt trouw op zondag haar gepensioneerde ouders, en loopt door de Amsterdamse Jordaan met zijn typische bewoners. Maar Hoetmer weet alledaagse situaties met zoveel humor, melancholie en liefde te beschrijven dat ze haast epische proporties aannemen.
Zo tekent zich een leven af dat even luchtig is als somber, waar angsten en problemen soms worden weggelachen en soms worden aangepakt. Een leven kortom, zoals we allemaal kennen. Want laveert een ieder van ons niet zo nu en dan tussen ‘Is dit alles?’ en jezelf en het leven vooral niet te serieus nemen?
In de pers
‘Grappigste roman die dit jaar verscheen.’ Het Parool
‘Net als Nicolien Mizee en David Sedaris lijdt Hoetmer enerzijds onder haar sociale onvermogen [...] maar is ze anderzijds juist heel sterk en eigenzinnig, dankzij haar opmerkingsgave, haar schrijftalent en haar grote gevoel voor humor.’ **** NRC Handelsblad
‘Onweerstaanbaar grappig.’ HDC-kranten, Boek van de Dag
‘Hilarisch.’ Nieuwsweekend
De pers over Cindy Hoetmer
‘In tegenstelling tot veel schrijvers die menen dat ze goeie schrijvers zijn beseft Cindy niet dat ze een erg goeie schrijver is, en dat maakt haar een van de beste.’ Jan van Mersbergen
‘Ik schreef in een column met zeventig schrijversnamen ooit “gepensioneerd” achter de naam van Cindy Hoetmer. Goddank blijkt dat niet te kloppen!’ Gerbrand Bakker
‘Cindy’s stukjes zijn voor elke lezer een groot geschenk.’ Erik Rozing
ISBN | 9789029093873 |
---|---|
Aantal pagina's | 208 |
Datum van verschijning | 20200212 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 134 mm |
Hoogte | 207 mm |
Dikte | 25 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres