Sterk en vrij voelt Yolanda Entius zich als ze met de tent op haar rug door de bergen loopt. Haar rugzak is gevuld met alleen het essentiële; de inhoud wordt gedicteerd door een looplijst die na jarenlange wandelervaring in steen is gebeiteld. Ook de wandelkaart biedt houvast tijdens haar tocht in de Mercantour, langs de Frans-Italiaanse grens: waar haar trouwe tent, de Slak, kan worden opgezet, waar water te vinden is, welke route ze moeten volgen; het staat allemaal op papier.
Maar Entius heeft niet alles onder controle. Haar geliefde F bijvoorbeeld, die zich tijdens hun wandeling volledig aan haar regie onttrekt, en tranen, het weer, herinneringen, ontroering en de dood. In een verslavend relaas denkt Entius na over alleen en samen zijn, controledwang en -verlies, de binnen- en buitenwereld, en over wat de ogen troost biedt.