In De hotelgids laat Louisa een leven met verschillende minnaars en een carrière als klassiek zangeres achter zich om aan een hotelgids te werken, een idee dat ze jat van een van haar scharrels. Ze ziet het als de perfecte mogelijkheid om op zoek te gaan naar betekenisvolle nachten.
Met slechts een koffer, een notitieboekje en een beperkt budget reist ze van een kasteel in Parijs naar een familiehotel op de Wadden en alles daartussen, op zoek naar avontuur en vrijheid. Geluk, haar verschijning, nieuwsgierigheid en moed brengen haar ver, maar ze is er tegelijkertijd compleet van afhankelijk. Hoe vrij ben je dan eigenlijk?
De hotelgids is Sex and the City en Sartre ineen. Uiterst komisch en voorzien van alle antwoorden op grote, diepfilosofische levensvragen bovendien.