Na Een Kerstlied en Het Carillon, is dit het derde eindejaarsverhaal dat door Charles Dickens is geschreven. Hierin volgen we het gelukkige gezinsleven van vrachtrijder John Peerybingle, zijn vrouw Dot, hun baby en kindermeisje Tilly Slowboy. Als er op een dag een mysterieuze, oudere vreemdeling op bezoek komt, drijft het vreemde gedrag van Dot toch een wig tussen haar en John.
Ondertussen verandert de Krekel bij de Haard, (in die tijd een symbool voor geluk en welstand, aangezien het hebben van zo'n krekel betekende dat je welvarend genoeg was om tijdens koude nachten een vuur te laten branden) in een huisfee. Deze beschermer van Huis en Haard weet te voorkomen dat de hele situatie gruwelijk uit de hand loopt.
Dit is een verhaal over onvoorwaardelijke liefde, in al haar facetten. Een aangrijpend en ontroerend relaas dat bij het uitkomen in 1845 zelfs populairder was dan haar twee voorgangers bij elkaar!
Gebonden in een linnen hardcover, met leeslint en talloze schitterende illustraties.