Een geheel herziene editie van de verhalenbundel waarmee Oek de Jong in 1977 debuteerde.
De kracht van deze onstuimige verhalen komt in deze nieuwe editie nog beter tot uitdrukking: menselijke eigenaardigheden worden uitvergroot waardoor de werkelijkheid wordt verhevigd. Het sterkst komt dit tot uiting in een aantal groteske personages: de man die onbeweeglijk wil leven, de Italiaanse klarinettist die zijn orkestbaas met een hongerstaking bevecht, de kantoorklerk die in een bunker vleugels construeert om mee te vliegen. In een aantal lange verhalen is daarnaast een kind de hoofdpersoon, vechtend met zijn angsten, vluchtend in de verbeelding.
De onbeweeglijke
toont op een intrigerende manier het begin van een schrijverschap.