Met ‘Het huis voor ongewenste meisjes’ schetst Joanna Goodman een ingrijpend beeld van de misstanden in de Canadese weeshuizen van de jaren ’50 en ’60.
Quebec, 1950. Als Maggie op haar vijftiende zwanger raakt, dwingen haar ouders haar om het meisje ter adoptie af te staan. De rest van haar leven voelt Maggie het gemis.
De kleine Elodie komt in een door nonnen gerund tehuis terecht. Maar dan volgt een wetswijziging die bepaalt dat een psychiatrisch ziekenhuis meer subsidie ontvangt dan een weeshuis, met catastrofale gevolgen. Om dat geld op te strijken verklaart de kerk de kinderen in hun zorg tot geestelijk gehandicapten. Met één pennenstreek wordt een generatie aan verloren kinderen gecreëerd – en Elodie raakt net als duizenden anderen verloren in een hels schemerbestaan.
Moeder en dochter vechten ieder voor zich tegen een gemeenschap die hen als minderwaardig ziet, in de hoop zichzelf en elkaar terug te vinden.
Voor de lezers van Diney Costeloe’s ‘De verloren kinderen’ en ‘De kindertrein’ van Christina Baker Kline.