Koffie en sigaretten
Een depressieve strafrechtadvocaat
Ferdinand von Schirach Een van de goede dingen die je van de Duitse auteur Ferdinand von Schirach (1964) kunt zeggen, is dat hij geen sentimentalist is. Hoe groter het risico op ontroering, hoe meer distantie hij betracht.
Wanneer scènes in verhalen of films ons ontroeren, kunnen we de maker vaak op effectbejag betrappen. Dat is niet altijd onvergeeflijk. Emoties horen erbij in de kunst – met mate. Een van de goede dingen die je van de Duitse auteur Ferdinand von Schirach (1964) kunt zeggen, is dat hij geen sentimentalist is. Hoe groter het risico op ontroering, hoe meer distantie hij betracht. Dat leidt ertoe dat hij het persoonlijkste fragment in Koffie en sigaretten, dat waarin hij over zijn depressies en zelfmoordpoging schrijft, in de derde persoon vertelt. Of is het juist een ‘omgekeerde’ vorm van effectbejag, dat er hier sprake is van een ‘hij’, en in alle andere gevallen van een ‘ik’?
Waarschijnlijk niet, deze schrijver is van nature terughoudend, zoals ook blijkt uit de beknoptheid waarmee hij een ander drama behandelt, waarnaar iedere lezer nieuwsgierig is: dat hij de kleinzoon is van de nazi Baldur von Schirach, die verantwoordelijk was voor de deportaties van de Joden uit Wenen. ‘Misschien ben […] ik uit woede en schaamte over zijn uitspraken en daden degene geworden die ik ben.’
Moordenaars
Ferdinand von Schirach werkte lang als strafadvocaat. De rechtspraak was en is voor hem een bron van inspiratie; hij werd bekend met titels als Misdaden, Schuld en De zaak Collini. Koffie en sigaretten bestaat uit heel diverse fragmenten: korte verhalen, anekdotes, observaties, overpeinzingen. Ze gaan over reizen, ontmoetingen, boeken, films en natuurlijk rechtszaken (‘alle belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen weerspiegelen zich in strafprocessen’). In sommige ultrakorte fragmenten plaatst hij simpelweg nieuwsberichten of feiten naast elkaar, zonder commentaar; die stukjes zijn het minst geslaagd, maar de collagetechniek toont wel de essentie van Von Schirachs houding. Hij oordeelt namelijk niet, maar laat – wars van de publieke opinie – objectief de dubbelzinnigheid van het menselijk bestaan zien, flegmatiek als een stoïcijn, of inderdaad, een strafpleiter: ‘Ik heb twintig jaar lang moordenaars verdedigd, ik heb kamers gezien waarin bloed lag, afgehakte hoofden […] En na al die jaren heb ik begrepen dat de vraag of de mens goed of slecht is, een compleet zinloze vraag is. De mens kan van alles zijn, hij kan Figaro’s bruiloft componeren, de Sixtijnse Kapel creëren en penicilline uitvinden. Of hij kan oorlogen voeren, verkrachten en vermoorden. Het is altijd dezelfde mens.’
Von Schirachs radicale objectiviteit leidt niet tot nihilisme, eerder tot inlevingsvermogen. In veel verhalen neemt de schrijver de rol van getuige of toehoorder op zich, terwijl een kennis of cliënt als handelende hoofdpersoon optreedt. Zo is er Baumann, vroeger begaafd student, nu een aan lagerwal geraakte advocaat. ‘Je leven is anders verlopen dan ik me had voorgesteld’, zegt Von Schirach. Daarop vertelt Baumann over zijn vergrijp, en uiteindelijk kun je niet anders dan diep medelijden met hem hebben. In zulke verhalen is Von Schirach op zijn best. In zijn bondige, nuchtere stijl laat hij zien: dit is de mens en zo gaan de dingen. Het effectbejag is minimaal, maximaal het effect.
2021-02-05 Hannah van Wieringen
‘De grote stem van de Duitse literatuur.’ – ZDF Mittagsmagazin
‘Een buitengewoon en curieus boek: prachtig geformuleerd, heel precies, eerlijk en geestig.’ – The Independent
ISBN | 9789029541268 |
---|---|
Aantal pagina's | 176 |
Datum van verschijning | 20201117 |
NRC Recensie | 3 |
Breedte | 134 mm |
Hoogte | 208 mm |
Dikte | 20 mm |