Zelfportret
Gerard Reve was homoseksueel, maar omdat nog geen mens dat wist in 1947 nam de lezer dat gegeven niet mee in de lezing van het sterk autobiografische De avonden. Toen Reve eenmaal uit de kast was, viel opeens op dat de jonge held in het boek geen enkele hang leek te vertonen naar meisjes. Zo kun je dus op twee manieren aan een boek beginnen. Zo vroeg ik me bij het nu net naar het Nederlands vertaalde Zelfportret van de Franse schrijver Édouard Levé af hoe we het tot ons hadden genomen als we het meteen in 2005 hadden gelezen, toen het voor het eerst verscheen. Zouden we ook hebben zitten tellen hoe vaak Levé in de tekst, waarin hij zichzelf van de hak op tak portretteert, het over depressie en zelfmoord heeft? Levé maakte in 2007 een einde aan zijn eigen leven, waardoor je dus enorm geneigd bent om zijn boek nu door die bril te lezen.
Tol op raketbrandstof
Voor iemand die bij wijze van spreken al aan de poort van de dood stond formuleert Levé opvallend monter. Goed, hij mag dan geregeld een zin wijden aan het onderwerp zelfmoord (zo maakt hij melding van meerdere mislukte zelfmoordpogingen), hij schrijft met een behoorlijke levenstoewijding en zelfs levenslust. Als een tol op raketbrandstof springt hij in korte zinnen door zijn autobiografie, van jeugdherinneringen naar recente bevindingen, van seksuele avonturen naar de kleuren die hij graag draagt. Op een pagina schrijft hij dat hij liever water met prik drinkt, dat hij liever Raymond Roussel leest dan James Joyce, dat hij als kind alleen van de buitenspelletjes hield waarbij er niet geteld werd (zoals tikkertje) en dat hij in zijn leven driemaal is flauwgevallen. Levé heeft een broertje dood aan chronologisch schrijven, meldt hij, maar het staat de lezer uiteraard vrij om deze omgekieperde doos met puzzelstukjes op die manier te rubriceren.
Overschat Levé het belang van dit project niet een beetje? Aan de ene kant wel. Want Zelfportret is een ontzettend pretentieus project; narcistisch, banaal en vooral heel ruw qua materiaal, meer dan eens word je door de gedachte overvallen dat hij met sommige anekdotes prachtige verhalen of zelfs romans had kunnen produceren, maar dat het hem vermoedelijk aan talent of wilskracht ontbeerde om hierin te slagen. Dat Levé geen last van kou had, tegen de doodstraf was, zijn eigen haar knipt: hier is de literatuur niet voor uitgevonden, laten we blij zijn dat er tegenwoordig, twintig jaar later dus, niet veel schrijvers meer zijn die het met name druk hebben met zichzelf. Al moet gezegd dat Levé af en toe wel degelijk iets aanraakt wat ontroert of aanzet tot denken. ‘Het roert me om foto’s van mijn broer te zien toen hij klein was, ik zie dat we dezelfde huid, dezelfde ogen, hetzelfde haar hebben, maar ik weet dat er achter dat gelijkende uiterlijk geesten schuilen die elkaar niet hebben ontmoet.’
Van dezelfde vertaler verscheen drie jaar geleden Levé’s Zelfmoord. Advies: lees dat. Hierin werkt hij een gegeven uit dat ook aan het eind van Zelfportret aan bod komt: een jeugdvriend maakte op een wel erg onverwacht moment een eind aan zijn leven. Hij stond op het punt om met zijn vrouw te gaan tennissen toen bleek dat hij zijn racket in het huis had laten liggen. De man ging naar binnen, liep de kelder in en schoot zich met een geweer door het hoofd dat hij van tevoren had klaargelegd. Levé beet zich op ijzingwekkende wijze vast in dat voorval.
ISBN | 9789083436142 |
---|---|
Aantal pagina's | 112 |
Datum van verschijning | 20240926 |
NRC Recensie | 2 |
Breedte | 126 mm |
Hoogte | 200 mm |
Dikte | 12 mm |