Ik wil je vertellen over de moord op mijn vader.
Willem Storm en zijn zoon behoren tot de weinige overlevenden in Zuid-Afrika – en de rest van de wereld – van een allesverwoestend virus. Willem wil hun leven weer opbouwen bij de stuwdam bij Vanderkloof, vanwege de beschutte ligging en de mogelijkheid om elektriciteit op te wekken. Alleen is Vanderkloof niet helemaal verlaten. Een groepje uitschot gebruikt het plaatsje als uitvalsbasis, en houdt een vrouw gevangen. Ze hadden door kunnen rijden, maar zo zit Willem niet in elkaar. Wanneer het tot een schietpartij komt, blijkt niet Willem, maar de dertienjarige Nico het koelbloedigst.
Als Nico jaren later zijn memoires schrijft en terugkijkt op zijn leven, lezen we over de momenten waarop zijn hart werd gebroken, zijn loyaliteiten op de proef werden gesteld, en over zijn pijnlijkste herinnering: de moord op zijn vader.