Wij nihilisten
In wezen zijn we allemaal nerds, daarom voelen we ons zo thuis in de digitale wereld
Filosofie Wat bezielt ons eigenlijk als browsende dieren om de ‘digitale tredmolen’ in gang te houden’? Filosoof Hans Schnitzler schreef er een pamflet over.
De ‘schermmens’, de ‘datamens’, het ‘browsende dier’, de homo digitalis mobilis, het zijn slechts enkele van de namen die filosoof Hans Schnitzler heeft verzonnen voor mensen die een belangrijk deel van de dag doorbrengen in de digitale wereld. Die mensen, dat zijn ‘wij’ dus, op enkele uitzonderingen na. In het pamflettistische essay Wij nihilisten verbaast Schnitzler zich hevig over de gewilligheid waarmee wij ons uitleveren aan WhatsApp, Instagram, Snapchat, Facebook en al die andere handige online diensten waarvan we toch weten dat ze een keerzijde hebben.
Er klinkt heus wel kritiek op de zegeningen van de informatiesamenleving, maar die richt zich vooral op de ‘tech-titanen’, de ‘datahamsteraars en privacyschenders’. Wat over het hoofd gezien wordt, aldus Schnitzler, is de collectieve geestestoestand die het mogelijk heeft gemaakt dat onze cultuur razendsnel gedigitaliseerd is. De filosoof wil in zijn essay daarom vooral de mentaliteit van de gebruikers onderzoeken: wat bezielt ons eigenlijk, als browsende dieren die de ‘digitale tredmolen in gang houden’?
De lezer hoeft echter geen concrete analyse van ons surf- en swipe-gedrag te verwachten. Schnitzler is op zoek naar de ‘geest van de digitalisering’, zoals de ondertitel ook zegt, en die hoopt hij ten eerste te vinden in de tech-elite van Silicon Valley die onze ‘digitale comfortzone’ heeft ingericht. Hij wil erachter komen hoe de ‘nerd’ denkt en daarmee tegelijk begrijpen wat ons beweegt. In wezen zijn we namelijk allemaal nerds, stelt de auteur, want anders hadden we de online wereld die ons voorgeschoteld wordt niet zo klakkeloos geaccepteerd.
Frictieloze digitale wereld
Kort samengevat bespeurt Schnitzler bij de programmeurs een allesbepalend verlangen naar efficiëntie en optimalisering – niet alleen van de software die ze ontwerpen, maar ook van het dagelijkse leven. Dat het intermenselijke verkeer zo onvoorspelbaar verloopt en vol met ambigue situaties zit, zou deze nerds ten diepste frustreren. Vandaar hun verlangen om een frictieloze, digitale wereld te scheppen waarin alles wat de sociale omgang ongemakkelijk maakt is gladgestreken. In deze ‘levensontkenning’, dit ‘nee-zeggen tegen het onlogische karakter van menselijke interacties’, ziet Schnitzler het nihilisme terug zoals dat door Nietzsche in de negentiende eeuw werd gediagnosticeerd: een pessimistische en misantropische houding die past bij mensen die ‘zichzelf en de ander moe zijn geworden’. Al even nihilistisch zijn de gebruikers van hun digitale producten, want als Nietzsche’s ‘laatste mens’ zijn zij slechts geïnteresseerd in veiligheid, gezondheid en de optimalisering van geluk. Zo legt Schnitzlers ‘autopsie op de ziel van de nerd’ een schrikwekkende leegte bloot: nu de oude waarden hebben afgedaan, klampen we ons vast aan de afgod van de technologie die ons leven zo gerieflijk mogelijk moet maken.
Computerfreak
Schnitzler waarschuwt in zijn inleiding terecht dat zijn essay ‘speculatief en associatief van aard is’. Wij nihilisten is dan ook geen genuanceerd betoog, maar zit vol met wilde ideeën die de lezer aan het denken zetten. Het is allemaal heel vermakelijk opgeschreven, jammer is alleen dat de auteur zo generaliseert als hij het profiel schetst van de nerd als een ‘wereldvreemde en aan energiedrankjes verslingerde computerfreak’. Ook zijn neiging tot overdrijven stoort soms, bijvoorbeeld als hij suggereert dat de gemiddelde nerd er dezelfde ideeën op nahoudt als Ray Kurzweil, hoofd-engineer bij Google, maar ook een transhumanist die verwacht dat in de nabije toekomst mens en computer zullen versmelten. Ik vermoed althans dat de jongens en meisjes die apps ontwikkelen wel andere dingen aan hun hoofd hebben dan techno-utopische fantasieën over het creëren van een bionische supermens. Zo maakt ook Schnitzlers duiding van de schermmens als een nietzscheaanse nihilist een topzware indruk. De meeste gebruikers zitten niet vanwege een zingevingscrisis aan hun smartphone gekluisterd, maar eerder uit de zucht naar gemak en plezier. Maar zo’n verklaring is natuurlijk te banaal.
04-02-2022 Martijn Meijer
In Wij nihilisten stelt Hans Schnitzler een vraag die nauwelijks gesteld wordt: hoe heeft deze virtuele klasse dat voor elkaar gekregen? Geïnspireerd door onder andere Friedrich Nietzsches geschriften over nihilisme gaat hij op zoek naar de culturele wortels van dit succes. Zijn zoektocht dompelt de lezer onder in de wonderlijke wereld van het archetype van het internettijdperk: de nerd. Tegelijkertijd houdt hij ons een wrange spiegel voor: in feite zijn wij allemaal nerds.
De datarevolutie dreigt haar eigen kinderen op te eten. Met dit boek spoort Schnitzler ons aan om ons eigen aandeel hierin onder ogen te komen. Want pas als we ons hiervan bewust zijn is verandering mogelijk.
ISBN | 9789403138015 |
---|---|
Aantal pagina's | 144 |
Datum van verschijning | 20211028 |
NRC Recensie | 3 |
Breedte | 125 mm |
Hoogte | 200 mm |
Dikte | 14 mm |