De koopman van Kanton
Als iemand pech had in de internationale handel, dan was het Jan Bekker Teerlink. Al twee keer was een schip waarop hij vanuit China naar Europa voer door Europese vijanden in beslag genomen, inclusief handelswaren. Hierdoor had hij zijn levensdroom om op een landgoed te rentenieren moeten uitstellen. Tijdens zijn derde reis in 1799 was de eindbestemming zelfs al in zicht toen zijn schip alsnog werd gekaapt. Weer raakte hij zijn kostbare lading kwijt.
Teerlinks pech is ons geluk. De Engelse kaper moest het schip naar Engeland brengen, om te laten bepalen of het een ‘goede prijs’ was: een schip van een vijand in oorlogstijd. In zo’n geval mocht de inhoud worden ingenomen en verkocht en kreeg de kaper een deel van de opbrengst. De overheid kreeg het andere deel. Door deze kaping belandde Teerlinks enorme collectie documenten in het archief.
De duizenden papieren in zes archiefdozen vormen de basis voor het boek van Roelof van Gelder over het leven van Teerlink, De koopman van Kanton (de Chinese havenstad Guang-zhou). En wat een basis: van brieven gewisseld met familie, vrienden en vriendinnen, handelscorrespondentie en -administratie, tot Teerlinks persoonlijke kasboekjes en allerlei kleine notitites. Van Gelder verkende eerder de ‘Prize Papers’-collectie van gekaapte papieren in het Engelse archief en trof er zo’n 40.000 Nederlandse brieven. Hierover schreef hij in 2008 Zeepost, waarin hij brieven van verschillende gewone mensen uitlichtte. Het is geen wonder dat hij in die tijd gefascineerd raakte door de collectie van Teerlink en verder de diepte in wilde duiken.
Teerlink zelf was geen bijzondere figuur. Zijn grootste aanspraak op roem is het feit dat hij het neefje was van schrijfster Betje Wolff, met wie hij met enige regelmaat correspondeerde. Maar dat zijn papieren zo uitgebreid bewaard zijn gebleven is uitzonderlijk. Hiermee is hij een boek meer dan waard, want zijn brieven bieden een ongekende kijk op het leven en de zorgen van een Europese koopman die handelde op China. Met dit unieke materiaal leidt Van Gelder de lezer op een aangename manier door de laatachttiende-, vroegnegentiende-eeuwse internationale handelswereld. Hij biedt op chronologische wijze een levendig beeld: van Teerlinks geboorteplaats Vlissingen, via zijn drie reizen naar Kanton (afgewisseld door oponthoud op verschillende plaatsen in Europa), naar uiteindelijk zijn laatste levensjaren als een wijnboer in Frankrijk.
Mannengemeenschap
Over de jeugd van Teerlink is minder bekend. Na het vroege overlijden van zijn vader, een apotheker, koos Teerlink voor een handelsbestaan. Niet heel succesvol: zijn schulden bij familieleden liepen op. Waarschijnlijk kon hij dankzij familiecontacten in 1788 bij de VOC in dienst treden als onderkoopman. In die goede functie was hij mede verantwoordelijk voor de lading en voor de handel in Azië. Het boek gaat vooral over de daaropvolgende jaren van Teerlinks reizen naar Kanton, die het best gedocumenteerd zijn. In de Chinese stad zelf is hij waarschijnlijk niet geweest. Europeanen mochten hier niet komen en hadden ten zuiden van de stadsmuren wat land toegewezen gekregen voor hun factorijen om handel te drijven in veelgevraagde thee en andere goederen.
Het strookje land met factorijen was een ‘mannengemeenschap’: vrouwen waren er niet welkom, maar wel te vinden in het nabijgelegen Macao. Verschillende Europese mannen sloten huwelijken, hadden verhoudingen en kregen kinderen met vrouwen aldaar.
Teerlink zelf kreeg een zoontje. Het bestaan van dit kind blijkt alleen uit een kladje van een verzoekschrift aan de bisschop van Macao, waarin Teerlink toestemming vroeg het zoontje katholiek te mogen laten dopen om hem ‘in vrijheid’ mee te nemen naar Europa. Van Gelder geeft aan dat dit erop duidt dat de moeder in slavernij leefde.
Het verzoek werd afgewezen, Teerlink liet zijn zoontje achter. Dat hij over de jongen niets in zijn brieven schrijft, laat zien dat ook zijn uitgebreide correspondentie behoorlijke beperkingen heeft.
Teerlinks papieren bieden wel een blik op het reilen en zeilen bij de handelsvestiging Kanton, het leven aan boord, het zoeken naar mogelijkheden voor nieuwe investeringen, de Europese internationale handel, de dagelijkse realiteit van oorlog en dreigende kaapvaart, en het wachten op goed bericht. Regelmatig toonde hij zich genereus jegens vrienden en ondergeschikten, onder wie zijn trouwe bediende.
Toch blijft het lastig om als lezer Jan Bekker Teerlink te doorgronden. Van Gelder beschrijft hem op basis van zijn brieven als ‘een optimist die ondanks tegenslagen de moed erin houdt’. In zijn zakelijke contacten was Teerlink zeer attent.
Dat roept de vraag op of dit een gebruikelijke levenshouding was in vroegmoderne correspondenties, en in hoeverre Teerlink zich hield aan zakelijke conventies. Van Gelder gaat niet uitgebreid in op de briefcultuur van die tijd (wat hij in Zeepost wel deed), terwijl dit meer context zou hebben geboden aan Teerlinks correspondentie en houding.
Bordelen
Teerlink onderhield met twee Nederlandse vriendinnen een regelmatige briefwisseling, al leken zij meer te willen dan hij. Allebei de vrouwen stelden op een zeker moment voor dat hij bij hen zou intrekken, maar beide keren sloeg hij dit af. In zijn Franse tijd had hij een verhouding met een getrouwde vrouw, met medeweten van de echtgenoot. Hij ‘betuigt haar zijn liefde’, terwijl hij op andere momenten dreigde hun vriendschap te beëindigen als ze zich niet netjes zou gedragen.
Ondertussen onderwierp hij zichzelf aan heel wat minder strenge morele standaards, want hij bezocht regelmatig bordelen. Heel aimabel doet zijn houding ten opzichte van zijn vriendin daarmee niet aan. Van Gelder typeert hem in zijn conclusie evenwel als ‘charmante, hardwerkende levensgenieter’.
Van Gelder schetst een zeer gedetailleerd en mooi tijdsbeeld, met nadruk op tijd: Teerlinks activiteit bestond vaak uit wachten. Het wachten op een rechtszaak over de status van het tweede gekaapte schip betekende bijvoorbeeld een verblijf van meer dan een jaar in Bordeaux. Als koopman in Kanton moest hij maanden wachten op de volgende handelsvloot. Aflossing liet nog langer op zich wachten: zijn eerste verblijf duurde vier jaar. Brieven deden er lang over en of ze aankwamen, was nog langer ongewis. Teerlink wist wel voor zichzelf te zorgen in periodes van wachten: hij spendeerde waar mogelijk ruim geld aan theaters, kleding, souvenirs en vrouwen. Maar dat neemt niet weg dat hij zich met regelmaat stierlijk verveelde en verlangde naar de tijd dat hij het reizen achter zich kon laten.
Dat dingen ‘zo langzaam’ verliepen is volgens Van Gelder een anachronistische interpretatie: ‘Men wist niet beter’. Maar het doet voor de moderne lezer door het vasthouden aan de chronologische gebeurtenissen hier en daar eentonig aan: weer op een lange reis. Weer een kaping. Weer wachten. Dit biedt natuurlijk inzicht in de dagelijkse realiteit, waar de lezer zich dankzij Teerlinks brieven en Van Gelders onderzoek beter een voorstelling van kan maken.
Uiteindelijk hoeven we met pechvogel Teerlink geen medelijden te hebben. Hij is na zijn reizen terecht gekomen zoals hij wilde: op een eigen landgoed met wijngaard, waar hij nog 24 levensjaren doorbracht. Dat laat zien hoe ver je als apothekerszoon uit Vlissingen kon komen, zelfs als je enorm pech had. Als je maar goede en vermogende contacten had en onderhield, je reputatie hoog hield, en je ogen openhield voor mogelijkheden om geld te lenen en te investeren. Zelfs met flinke tegenslagen op zijn weg, leefde Teerlink een geprivilegieerd leven.
De ondernemende Zeeuwse koopman Jan Bekker Teerlink (1759-1832) verbleef vier jaar lang in Kanton, de grootste havenstad van China. Op de terugreis namen de Engelsen zijn schip vol thee, porselein en zijde in beslag.
Nog tweemaal voer Teerlink naar China en ook op die beide terugreizen werd hij gekaapt en verloor hij schip en lading. Vijandelijke schepen bleken dus keer op keer bijna onoverwinnelijke hindernissen om China te bereiken en om heelhuids terug te varen. Roelof van Gelder vond in Londen Teerlinks eveneens in beslag genomen privéarchief terug, op grond waarvan hij diens avontuurlijke leven kon reconstrueren.
Ondanks zijn tegenslagen (en veel kiespijn) behield Teerlink een opgeruimd humeur, zoals te lezen valt in zijn honderden brieven, die handelen over thee, liefde, commercie en wijn. Hij eindigde zijn veelbewogen leven als wijnboer in Frankrijk.
De koopman van Kanton geeft een in zijn gedetailleerdheid uniek inzicht in het leven van één man: een klein, maar onmisbaar radertje in de gecompliceerde Nederlands-Chinese handel. Van Gelder schrijft beeldend over de fascinerende wereld van Chinese en Europese kooplieden, van reders, zeeofficieren en hun achterblijvende vrouwen in de turbulente tijd van de napoleontische oorlogen.
Roelof van Gelder is historicus en oud-redacteur van NRC. Hij publiceerde veelgeprezen boeken en artikelen over de Nederlandse cultuurgeschiedenis en de maritieme historie. Zijn laatste boek, Dichter in de jungle, over de achttiende-eeuwse Nederlands-Schotse militair John Gabriel Stedman in Suriname, werd bekroond met de Libris Geschiedenis Prijs 2019.
Over Dichter in de jungle:
‘Een voorbeeldig boek in de beste traditie van de literaire non-fictie.’
Vrij Nederland
‘Van Gelder beschrijft Stedman trefzeker als een kind van zijn tijd.’
NRC
‘Van Gelder schildert door de ogen van zijn hoofdpersoon (...) een tijdsbeeld en een mentaliteit.’ Juryrapport Libris Geschiedenis Prijs 2019
‘Roelof van Gelder schreef wederom een pageturner van de eerste orde.’ BiografiePortaal
ISBN | 9789044648164 |
---|---|
Aantal pagina's | 336 |
Datum van verschijning | 20221003 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 159 mm |
Hoogte | 235 mm |
Dikte | 35 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres