Toen in 1993 het Nero-album Barbarijse vijgen verscheen, stelde geestelijke vader Marc Sleen zijn nieuwe medewerker Dirk Stallaert voor aan zijn lezers. Tien jaar lang zal Stallaert Nero in beeld brengen en naar nieuwe creatieve toppen sturen. Sleen legt zich toe op het uitwerken van scenario’s, en laat zijn fantasie daarbij de vrije loop. Met een reeks meesterlijke albums als resultaat. Tot aan het einde van de reeks in 2002 zou Stallaert tweeënveertig verhalen tekenen, die in Nero: de Stallaert jaren in tien verzorgde volumes worden gebundeld. De strips worden gepubliceerd in hun oorspronkelijke vorm, bestemd voor de feuilletonpublicatie in de krant De Standaard. Het achtergronddossier is van de hand van Nero-exegeten Yves Kerremans en Noël Slangen.
Deze integrale bevat vier verhalen: Het achtste wereldwonder, Singbonga, De roos van Sakhti en De held der helden.