Een zomer in Venetië
In Polen begon de Tweede Wereldoorlog op 1 september 1939. In de voorafgaande weken voelden veel Polen dat er iets broeide, zeker toen op zeker moment de mobilisatie werd afgekondigd. Maar zolang het vechten uitbleef, ging het leven gewoon door.
Dat is aanvankelijk ook het geval in de novelle Een zomer in Venetië van de Poolse schrijver Wlodzimierz Odojewski (1930-2016), die nu in een mooie vertaling is verschenen. Het verhaal speelt zich af in een groot-burgerlijk milieu. De 9-jarige Marek verheugt zich erop om met zijn moeder voor het eerst in zijn leven met vakantie te gaan naar Venetië. Op zijn arme tante Barbara na, zijn al zijn familieleden, zijn oudere broertje Wiktor incluis, daar al eens geweest.
Toch kent tante Barbara Venetië beter dan wie ook. Ze put haar kennis uit boeken en kan er hartstochtelijk over vertellen. Marek leent die boeken van haar en kent Venetië daardoor even goed. In zijn dromen doolt hij zelfs door die stad.
In de zomer van 1939 lijken die dromen werkelijkheid te worden. Zijn vader heeft zelfs al treinkaartjes voor zijn vrouw en jongste zoon gekocht. Maar Mareks moeder wil niet uit Polen weg, omdat het zulke spannende tijden zijn. Ze zamelt geld in voor het leger en de vloot en leert analfabete soldaten lezen en schrijven. Ze voelt zich zo onmisbaar dat de vakantie, ondanks aandringen van haar man, niet doorgaat. Als troost wordt Marek naar zijn tante Weronika gestuurd, die op een landgoed woont. Mareks oudere broer Wiktor gaat op zomerkamp.
Op het landgoed leert Marek twee meisjes kennen. Van een van hen krijgt hij te horen dat hij haar mag kussen. Odojewski zet die ontluikende seksualiteit van het 9-jarige jongetje ontroerend mooi neer. Subtiel is ook de manier waarop hij de naderende oorlog het leven van zijn personages laat binnenkruipen. Die oorlog wordt reëel als ineens Wiktor opduikt in zijn aan flarden gescheurde, splinternieuwe padvindersuniform. Hij vertelt wat hij gezien heeft: wegen vol vluchtelingen en soldaten.
In diezelfde tijd ontdekt Marek een bron in de kelder van het landhuis. Het brengt zijn familieleden op het idee een kuuroord op het landgoed te beginnen. De gesprekken hierover vormen een welkome afwisseling voor het op de achtergrond bulderende geweld. Zo zit grootmoeder gekluisterd aan de radio, die waarschuwingen uitzendt voor luchtaanvallen. Ook klinken ontploffingen bij de spoorlijn. En eenmaal op verkenning stuit Marek op zwaargewonde soldaten en bomkraters.
Gelukkig is er de bron die de kelder doet vollopen. Als het water er de hoogte van de tafeltennistafel bereikt, deelt tante Barbara de in het landhuis aanwezige kinderen mee dat ze met zijn allen naar Venetië gaan. De fantasie krijgt nu de overhand.
Odojewski creëert vanaf dat moment een ondergrondse sprookjeswereld, compleet met lampions en vioolspel op een drijvend podium, dat de straten van Venetië moet voorstellen. De pingpongtafel verandert daarin in het San Marcoplein, waarop tante Barbara in haar schommelstoel het straatrumoer waarneemt.
Dromen komen soms gewoon uit. Bij Odojewski gaan ze ook nog eens vergezeld van een geestige finale, waarin de Duitsers de aftocht blazen.
Zijn lievelingstante Barbara gaat meteen met dit idee aan de slag. Stoelen worden bruggen, de pingpongtafel wordt het San Marcoplein. En terwijl buiten uit de blauwe lucht de eerste bommen vallen, beleeft Marek onder de lampionnen in de verduisterde kelder een reis die het echte Venetië ver overtreft.
ISBN | 9789021416816 |
---|---|
Aantal pagina's | 120 |
Datum van verschijning | 20190416 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 132 mm |
Hoogte | 208 mm |
Dikte | 16 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres