Eigenzinnigheid, werk en geschiedenis

Oskar Negt, Alexander Kluge
39,90
Op voorraad
SKU
9789024439676
Besproken in NRC
Bindwijze: Paperback
Levertijd 1-2 werkdagen Verzendkosten € 2,95
  • Gratis verzending vanaf €50,-
  • Veilige en makkelijke betaalopties
  • Aangesloten bij Thuiswinkel Waarborg
  • Makkelijk bestellen ook zonder account
Afbeelding vergroten
Productomschrijving
‘Lezers zullen genieten van de verhelderende inzichten en verrassende ontdekkingen uit de onthullende verzameling ideeën, argumenten en verbeeldingen.’ – Jürgen Habermas Eigenzinnigheid, werk en geschiedenis is een sleutelwerk binnen de Kritische Theorie. Op geheel eigen wijze verbinden Oskar Negt en Alexander Kluge de klassieke thema’s van de Frankfurter Schule met het postmoderne denken van onder meer Foucault en Deleuze. Bij hun ontwerp van een nieuw mensbeeld struinen ze door tal van disciplines, van biologie, sociologie en filosofie tot politieke economie en natuurkunde. De ontleende inzichten combineren ze op een eigenzinnige wijze: ze brengen geen schotten aan tussen begripsvorming en waarnemingen, of tussen wetenschap en literatuur. Oskar Negt en Alexander Kluge vormen een productieve denkmachine die nu eens wild associatief opereert, dan weer secuur argumenteert. Hun werkwijze verklaart de ongewone opbouw van dit boek: de hoofdlijnen in het betoog worden onderbroken door foto’s en afbeeldingen, figuren, kaders met aparte reflecties, voorbeelden uit de actualiteit en miniatuurverhalen. Het resultaat is een ambitieus en caleidoscopisch werk vol originele en boeiende theorieën, verhalen en voorbeelden – van de Griekse mythologie tot de sprookjes van de gebroeders Grimm. Voor de Nederlandse editie maakten samenstellers en vertalers Gertjan Schuiling, Frans Berkers en Rudi Laermans in samenspraak met de auteurs een keuze uit het Duitse origineel. Zo ontstond een nieuw, opzichzelfstaand boek. ‘Oskar Negt en Alexander Kluge vormen een duo voor de fijnproevers onder de hele en halve revolutionairen in Nederland. Hun manier van schrijven, van argumenteren, van debatteren is net even anders dan die van de recht-in-de-leer-marxisten. Open, associatief en beeldend.’ – De Groene Amsterdammer ‘Een monument voor het beste, meest inventieve en conceptueel meest creatieve van de brede traditie van kritische theorie.’ – Stijn De Cauwer, KU Leuven ‘Het meest ambitieuze Duitse theoretische werk sinds de oorlog en een buitengewone, verontrustende en paradoxale reis door de geschiedenis en de constructie van subjectiviteit, de pedagogie van arbeid en de onophoudelijke gevechten en coalities tussen gevoel en gewoonte.’ – Fredric Jameson, hoogleraar vergelijkende literatuurwetenschap en auteur van Postmodernism ‘Dit boek richt zijn politieke aandacht op het uitgebreide verleden dat de basis vormt voor ons evoluerende heden. Daarmee spreekt het directer tot onze huidige toestand dan zijn historische oorsprong in een periode van desoriëntatie na de jaren zestig doet vermoeden. Een onmisbare boodschap in een fles uit een andere tijd en een genot om te lezen.’ – Andreas Huyssen, emeritus hoogleraar Duitse en vergelijkende literatuurwetenschap Oskar Negt (1934) en Alexander Kluge (1932) zijn in Duitsland alom gerespecteerde denkers en publieke intellectuelen. Ondertussen kan hun werk ook rekenen op een toenemende belangstelling in de Angelsaksische en Franstalige wereld. Oskar Negt studeerde bij Theodor Adorno en was jarenlang hoogleraar sociologie aan de Leibniz Universität Hannover. Als academicus maakte hij naam binnen de domeinen van het vormingswerk, de sociale filosofie en de arbeidssociologie. Alexander Kluge was goed bevriend met Adorno en ontpopte zich vanaf de jaren zestig tot een van de tenoren binnen de Nieuwe Duitse Cinema. Vanaf de jaren tachtig legde hij zich met succes toe op het maken van documentaires en tv-programma’s; daarnaast kreeg ook zijn literaire werk steeds meer bijval. Samen schreven Negt en Kluge meerdere boeken, waarvan Geschichte und Eigensinn (1981) ongetwijfeld het belangrijkste is. Dit werk vormt de missing link tussen Frankfurter Schule, ‘French Theory’ en postmarxisme.
Meer informatie
Auteur(s)Oskar Negt, Alexander Kluge
ISBN9789024439676
BindwijzePaperback
Aantal pagina's528
Publicatie datum20230118
NRC Recensie3 ballen
Breedte160 mm
Hoogte240 mm
Dikte33 mm
NRC boeken recensie

Als we één conclusie kunnen trekken uit de monsteroverwinning van de BBB bij de provinciale statenverkiezingen, dan is het dat Nederland als verstedelijkt dienstenland verrassend veel sympathie voelt voor de boer. Iedere change-manager in Almere of facility-outbound-recruiter in Zoetermeer kan zijn eigen werk nauwelijks in normale taal uitleggen en verheerlijkt daarom maar de boeren op hun trekkers in Garderen. Die doen pas eerlijk werk! Maar wat is werk en wat is écht werk? We willen allemaal een ‘betaalde baan’, maar we willen ook iets doen dat onszelf en anderen betekenis geeft: status, een sociale omgeving, vrienden en collega’s, de wereld beter maken. Werk dat gelukkig maakt.

In het onlangs vertaalde boek Eigenzinnigheid. Werk en geschiedenis analyseren de Duitse filosofen Oskar Negt (1934) en Alexander Kluge (1932) het fenomeen werk vanuit verschillende perspectieven. Zij definiëren werk als ‘het menselijke vermogen om stof op een doelbewuste wijze te veranderen’. Ze nemen werk dus zeer breed: werk dient niet alleen de productie en de industrie, maar creëert ook maatschappelijke verhoudingen en ontwikkelt gemeenschap.

Negt en Kluge zijn telgen uit het filosofische geslacht van de Frankfurter Schule, die ook andere duo’s voortbracht zoals Max Horkheimer en Theodor Adorno. Via het Institut für Sozialforschung in Frankfurt (en later, tijdens de Tweede Wereldoorlog, in de VS) bevroegen zij niet alleen de economie, maar de hele samenleving en probeerden onderdrukkingsmechanismen bloot te leggen op vele terreinen – van de populaire muziek tot in het gezinsleven. Het resulteerde in de befaamde (of beruchte) Kritische Theorie.

Negt en Kluge studeerden bij Adorno, maar gingen later hun eigen weg. Kluge werd cineast en romancier en werkte als advocaat, en Negt ontwikkelde een eigen oeuvre vanuit de academische ivoren toren. Uit het boek Dark Matter: A Guide to Alexander Kluge and Oskar Negt van Richard Langston leerde ik echter dat bij het schrijven van dit boek de theoreticus Negt vooral literaire voorbeelden aandroeg, terwijl romancier Kluge zich oriënteerde op de marxistische orthodoxie. In hun samenwerking voeden ze elkaars expertise.

Ook deze Nederlandstalige uitgave is in meerdere opzichten de vrucht van samenwerking. De sociologen Rudi Laermans, Gertjan Schuiling en Frans Berkers hebben het dikke en door-en-door Duitse magnum opus in overleg met de auteurs ingekort en door elkaar gehusseld, opdat het Nederlandstalige (en filosofisch minder ingelezen) publiek er, veertig jaar na het oorspronkelijke verschijnen, ook chocola van kan maken. In de inleiding roept het te prijzen trio dan ook op om het boek gezamenlijk te lezen, en samen hardop te denken: ‘Er bestaat een wederkerige verantwoordelijkheid om elkaar toegang te geven tot de eigen grondstof.’

Eigenzinnigheid

Het boek gaat over werk en geschiedenis, maar de rode draad vormt het idee van eigenzinnigheid. Die eigenzinnigheid nemen Negt en Kluge vrij letterlijk: de mens vaart op zijn ‘eigen’ ‘zin’-tuigen, en dat maakt hem veelal koppig. De mens is een lerend, makend en scheppend wezen, gedreven door dán weer nieuwsgierigheid en dán weer voorzichtigheid. Met mooie voorbeelden uit de pedagogiek en zintuigenanalyse tonen ze hoe de mens minder goed te programmeren lijkt dan wat we pretenderen met opvoedmethodes, personeelsbeleid en educatie. Eigenlijk brengen ze een ode aan de grillige menselijke maakdrift en je zou bijna sympathie krijgen voor dit wezen: wát een geweldige diersoort! Maar dan vergasten Negt en Kluge de lezer weer op een hoofdstuk over ‘oorlogswerk’, en hoe de menselijke vermogens ingezet kunnen worden voor massaslachting en totale vernietiging .

Met menselijke vermogens kun je dus alle kanten op. Juist daarom lijdt eigenzinnigheid onder de macht van het kapitaal en de systemen die menselijke vermogens reduceren tot radertjes in een machine. In onze tijd en taal zou je kunnen stellen dat eigenzinnigheid verkommert in de neoliberale mallen van de meetbare mens, van de terreur van eindeloze klanttevredenheidpolls tot de horror van de toeslagenaffaire bij de Nederlandse Belastingdienst. En vergeet de toetsmatrijzen in het onderwijs niet.

Het resoneert met een klassiek marxistisch beeld, zie ook de boeren en hun ‘eerlijke arbeid’: door de onteigening (loskoppeling van de arbeid met de grond) hebben de mensen het contact met hun product en het proces verloren. Wat rest is ‘zelfvervreemding’. Wat de auteurs in veel zinnen duidelijk maken heeft Lenin ooit puntig samengevat. De revolutionaire stemming ontstaat als ‘onder (d.w.z. de werkende klasse) niet meer wil en boven (d.w.z. de heersende klasse) niet meer kan.’ Maar Negt en Kluge stoppen niet bij de (rake) observatie van Marx en de (revolutionaire) oplossing van Lenin. Ze associëren voorbij het marxisme en gaan in zee met de Franse poststructuralisten.

Samenhang

Om de specifiek eigen toets van Negt en Kluge te begrijpen is het begrip ‘samenhang’ essentieel. De auteurs zien de mens niet als één autonoom subject, maar als een dynamische samenkomst van (tijdelijk gekoppelde) arbeidsvermogens, die al naar gelang een maatschappelijk, mentaal, economisch, politiek of een ander karakter kan aannemen. Dat klinkt heel abstract, maar ze leggen het uit met voorbeelden die veel zuchtende loonslaven in een kantoortuin kunnen herkennen. Als in de psychische structuur (‘een cultureel maatschappelijk orgaan’) een conflict ontstaat, dan schiet die strijd in de botten of cellen. De cellen doen hun werk, maar niet in lijn met de maatschappelijk samengestelde mens. De samenhang tussen ‘onder’ en ‘boven’ is dan verstoord, met een inzinking als gevolg. Of neem het voorbeeld van iemand die te veel zinloze vergaderingen moet bijwonen. Door eigenzinnigheid zal die in een poging tot een uitvlucht poppetjes gaan tekenen op de uitgeprinte agenda. Denk bijvoorbeeld aan de kantoorstrips van Guust Flater, die het contact verliest met de materie (het overtypen van formulieren) en de energie kanaliseert in eigenzinnige, zelfsturende creativiteit.

Nu denkt u misschien, Guust Flater, word ik wel serieus genomen? Met zo’n reflex komt de lezer niet ver in dit boek. Een elastische culturele oriëntatie is nodig. Zo leggen de auteurs de grondstoffenpolitiek in Midden-Europa (inclusief Duitsland) uit aan de hand van het sprookje van de zeven geitjes, die zich als collectief in de klok (tijd) verschansen en twijfelen of ze wel of niet de boze wolf kunnen binnenlaten. Een paar pagina’s verderop introduceren ze de sluwe voedselbrenger: ‘De man heette Adolf, maar noemde zich privé Wolf.’

Aan mensen die jeuk krijgen van dit soort metaforische spielerei is dit boek niet besteed. Het is een eclectische mix van marxisme, systeemtheorie en poststructuralisme, met allerlei wonderlijke terzijdes en afbeeldingen. Soms raak je het spoor bijster. Her en der staan ingekaderde aforismen die zo orakelachtig zijn dat ze op de lachspieren werken. En dan is deze potpourri ook nog eens ruim veertig jaar oud. Sindsdien zijn er allerlei feministische en postkoloniale variaties verschenen op de Kritische Theorie. Over klimaatopwarming of enkel maar milieuproblematiek schrijven de twee Duitse denkers bar weinig. Toch blijft het boek zonder dat alles overeind staan en kun je je laven aan boeiende en verrassende inzichten. De kwesties die de auteurs opwerpen zijn namelijk nog steeds uitermate relevant in tijden van slavernij in Qatar, boze boeren, Bitcoinmiljonairs, Uberchauffeurs, zelfscankassa’s en pakketbezorgingsdiensten. De mens maakt, maar het maken maakt nog niet gelukkig.

Bestanden bij dit product
Inkijkexemplaar.pdf (268.39 kB)
Back to top