Ladivine
De roep om waargebeurd is ook een trend in Frankrijk. Emmanuel Carrère bijvoorbeeld heeft het pad van de roman verlaten en legt zich tegenwoordig toe op de analyse van zijn eigen ziel en die van beroemde anderen. Laurent Binet, een ook in Nederland succesvolle Franse auteur, maakt in HhhH gebruik van de aanslag op Heydrich in de Tweede Wereldoorlog en observeerde in een volgend boek presidentskandidaat François Hollande tijdens diens campagne.
Er zijn er die uiteraard ook doorgaan op de ingeslagen weg van welluidende fictie. De Frans-Senegalese auteur Marie NDiaye (1967), die in het tijdperk Sarkozy Frankrijk verliet om in Berlijn te gaan wonen, is er een van. Haar romans gaan vaak over uitsluiting, discriminatie, over families waar de honden geen brood van lusten, over verrotte moeder-dochterrelaties, over echtgenoten die plotseling verdwijnen, over dorpelingen die over de heg van hun aangeharkte tuintjes roddelen over excentriekelingen van elders. Vaak tref je in haar boeken een zweem magie aan, een schaduw surrealisme: een vader kan zo maar veranderen in een vogel, moeder en kind kunnen de gedaante aannemen van een mistige opkomende regenwolk.
Onverwoestbaar
In haar met de Prix Goncourt en de Europese Literatuurprijs bekroonde roman Drie sterke vrouwen (2009) laat NDiaye drie Senegalese vrouwen knokken tegen het kwaad, tegen de leugens en de vernedering waarmee ze geconfronteerd worden. Machtig zijn ze niet, maar wel taai en volhardend. In haar recent in prachtig Nederlands vertaalde roman, Ladivine, komen we weer zo’n ijzersterke vrouw tegen.
Ladivine is een arme schoonmaakster, die door haar man is verlaten en haar dochter alleen heeft opgevoed. Al jong schaamde het meisje zich voor haar moeder, tegen haar schoolvriendinnen zei ze dat ze haar bediende was. Haar moeder, zo suggereert NDiaye, is zwart, terwijl door een speling van het lot, de dochter blank is. Ze weet niet hoe snel ze haar moeder uit haar leven moet verbannen.
Zodra ze het moederlijk huis verlaat verandert ze haar naam van Malinka in Clarisse. Na haar huwelijk met een verkoper van Alfa Romeo’s verdonkeremaant ze haar moeders bestaan volledig. Ze zoekt haar wel op in Bordeaux, stiekem, zonder dat man en dochter ervan weten, maar ze vertelt haar moeder niets over haar leven, ‘in haar binnenste lagen onuitputtelijke reserves aan kilheid’. De ontmoetingen blijven vreugdeloos en zonder betekenis, niets wordt gedeeld.
Net als in Een verzonnen leven van Karine Tuil wordt een moeder verloochend om verworven maatschappelijke status veilig te stellen. Bij Tuil wringt de religieuze identiteit, bij NDiaye draait het om maatschappelijke ongelijkheid. Net als Tuil schetst NDiaye de ontsporing van een leven dat op een leugen is gebaseerd. Dat van hoofdpersoon Clarisse kan in geen enkel opzicht meer oprecht zijn, levend met haar geheim kan ze zich niet werkelijk wijden aan haar gezin. Ze kan geen stelling nemen, geen ideeën uiten, ze kan haar dochter niet in alle eerlijkheid opvoeden: alles in haar is misvormd, ze is een ‘vrouw zonder eigenschappen’, haar leven is onecht. Haar man keert zich van haar af, met haar dochter kan ze geen band opbouwen, haar bestaan eindigt in moord en doodslag.
Maskers
Het desastreuze keert terug als NDiaye ons meeneemt in het leven van de kleindochter, een docente Frans, die getrouwd is met een Duitse horlogemaker uit Karlstadt. Ook dat gezin zit op slot en is niet in staat tot echt onderling contact. Tijdens een vakantie in een niet nader genoemd Afrikaans land vallen de maskers. Veel inwoners van het land hebben dezelfde gelaatstrekken als de kleindochter, ze wordt herkend, ze wordt begroet, ze wordt voor een ander aangezien. Vrouwen lopen er ineens in jurken die zij zelf in haar woonplaats Berlijn heeft aangeschaft. Moeder voelt zich eindelijk op haar gemak. Maar man en kinderen raken totaal hun uit hun evenwicht. De Europese arrogantie van de klokken makende echtgenoot wordt, onder invloed van de hitte en de onbekende culturele codes van Afrika, niet meer ingedamd. Een museumgids die hem irriteert gooit hij van drie hoog over het balkon naar beneden.
Als het onbegrip onverdraaglijk wordt en de vervreemding totaal, grijpt NDiaye naar het absurde, naar de magie die haar oeuvre vanaf haar eerste roman kenmerkt. Het ritselt in het donker en er is sprake van ‘een onopvallende luchtverplaatsing’, de bevriende menselijke ziel zit, trouw en toegewijd, in een hondenlijf. De enige hoop schuilt in verzoening, verzoening met de onechtheid, met de gekunsteldheid, met jaren van ‘onwerkelijkheid, van ontaarding bijna’. Niets in dit boek is ‘echt gebeurd’. Toch herken je in deze ingenieuze roman spanningsvelden uit de dagelijkse realiteit die prachtig in elkaar verweven zijn – het is wat goede fictie vermag.
ISBN | 9789044532708 |
---|---|
Datum van verschijning | 20150317 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 136 mm |
Hoogte | 216 mm |
Dikte | 34 mm |