Nieuwjaar
Juli Zeh In haar nieuwe roman struikelt Juli Zehs hoofdpersoon ineens over iets uit een ver verleden.
Je bent halverwege de dertig en hoogopgeleid, hebt een leuke, succesvolle vrouw, geniet van je twee kleine kinderen, werkt parttime als senior redacteur voor een uitgeverij en woont in een aangenaam huis. Eigenlijk kun je je het leven niet beter voorstellen. Totdat er ineens iets gebeurt dat alles kapot dreigt te maken.
Zulke rampspoed overkomt Henning, de hoofdpersoon in de onlangs vertaalde roman Nieuwjaar (Neujahr) van Juli Zeh (1974). Met zijn gezin viert hij vakantie op Lanzarote. Op dat vulkanische eiland hebben ze een huisje gehuurd om er Kerst en Oud en Nieuw te vieren.
Aan het begin van de roman rijdt Henning op 1 januari ’s ochtends op een gehuurde mountainbike naar een bergdorpje. Al fietsend en puffend over de steile weg naar boven overpeinst hij wat er de afgelopen avond is gebeurd, toen hij in het restaurant waar ze zaten zijn vrouw Theresa zag flirten en dansen met een Fransman.
Je weet dan al dat Henning jaloers is op zijn vrouw, vooral omdat ze alles beter en georganiseerder doet dan hij. Zo heeft ze zelfs op het boomloze Lanzarote voor een kerstboom in hun huisje gezorgd, ook al is die van plastic. Theresa wil nu eenmaal dat ze haar kinderen kan vertellen dat de Kerstman die is komen brengen, zoals ook gebeurde bij haar ouders, welgestelde babyboomers die in alles succes en geluk willen uitstralen.
Het is allemaal tot grote ergernis en afgunst van Henning, omdat zijn eigen vader bij zijn gezin is weggelopen toen hij en zijn jongere zus Luna nog klein waren. Voor een kerstboom had zijn alleenstaande moeder meestal geen geld.
Die kerstboom symboliseert het verschil tussen Theresa en Henning, een verschil dat zij niet voelt, maar hij des te meer. Ook omdat Theresa een hekel heeft aan haar schoonzus Luna, die niets van haar leven weet te maken. Terwijl Henning zich als een vervangvader verantwoordelijk voor haar voelt.
Dat er iets mis is met Henning, blijkt als in de nacht na het oudejaarsdiner ‘HET’ weer opduikt in zijn slaap. HET staat voor de combinatie van plotselinge hartritmestoornissen, buikpijn, dichtgesnoerde keel, jeuk en angstaanvallen waarmee Henning sinds twee jaar op de meest onverwachte momenten kampt. In Duitsland is hij er al mee naar de dokter geweest, maar die heeft niets kunnen constateren. ‘Doe het maar een tijdje wat rustiger aan’, luidt het medisch advies. Maar ook daarmee verdwijnt HET niet.
Al fietsend op Lanzarote voelt Henning zich de volgende ochtend onveilig en vindt hij alles en iedereen ‘klote’, zelfs zijn vrouw en kinderen. Zeh beschrijft het treffend: ‘Hij is alleen, opgesloten in zijn persoonlijk vagevuur.’ En in die toestand haalt hij zich van alles in het hoofd.
Middenklasse
In deze roman manifesteert Zeh zich opnieuw als de psychoanalytica van de jonge Duitse middenklasse, waarvan de perfectionistische, übergeorganiseerde Theresa een typische vertegenwoordiger is. Dat Theresa voor HET en voor Luna weinig begrip heeft, past helemaal in dat patroon. Het gezinsleven dient te lopen als een BMW uit de 7-serie. Motorpech is eigenlijk niet toegestaan.
Dat Henning niet aan het perfectionisme van zijn vrouw meent te kunnen voldoen, blijkt alleen al uit het feit dat hij al fietsend steeds tegen zichzelf roept ‘Eerste-eerste, eerste-eerste’. Alsof hij zich tegenover zijn vrouw wil bewijzen, terwijl in het ‘vagevuur’ waarin hij is beland alleen plaats lijkt te bestaan voor verliezers.
Ook is Henning zich de hele tijd bewust van wat de dingen – zoals de vlucht naar het eiland, het vakantiehuisje, het eten in het restaurant – kosten, alsof hij bang is om geld tekort te komen, terwijl Theresa en hij zich juist daar geen zorgen over hoeven te maken. Zeh lijkt ermee te willen benadrukken dat zekerheid voor die middenklasse über alles gaat.
Uitgeput, vol twijfel over zichzelf en vaag vermoedend dat Theresa in bed ligt met haar Franse flirt, bereikt hij het hoogste punt van zijn fietstocht. Ineens herkent hij de plek, de omgeving, het uitzicht. Een onaangenaam gevoel bekruipt hem bij het besef dat die herinnering niet dateert van de afgelopen dagen, maar van veel vroeger.
De weg houdt op bij een groot huis. Henning zet zijn fiets neer en loopt het terras op. Op een muur van het huis ziet hij een enorme hoeveelheid spinnen kruipen. En dan schrijft Zeh: ‘Er wordt iets wakker van binnen, vanuit diepten waar hij niet bij kan.’
Het huis wordt bewoond door een Duits kunstenaarsechtpaar, waarvan de man voor de feestdagen naar Duitsland is vertrokken. Nadat de vrouw des huizes, Lisa, hem te eten en te drinken heeft gegeven, leidt ze hem rond. Ze vertelt dat ze het huis in 1987 voor een prikje hebben gekocht. Kort daarvoor was het nog als vakantiehuis verhuurd geweest, maar er was toen iets akeligs gebeurd, met twee kleine kinderen die er halfdood waren aangetroffen.
Zwartbehaarde rug
Lopend over het terrein komen ze langs een oude aljibe, een onderaardse opslagplaats voor regenwater. Henning voelt zich als door een magische kracht tot het diepe, mansbrede gat van die put aangetrokken. En als hij in het atelier ook nog de beschilderde stenen herkent, waarvan Lisa zegt dat ze die destijds in het huis heeft gevonden, en hij in een hoek een bank ziet staan waarop in zijn verbeelding een vrouw en een man met een zwartbehaarde rug seks hebben, weet hij wanneer hij eerder in het huis is geweest: in 1987, met zijn ouders en de toen tweejarige Luna.
In de tweede helft van haar roman keert Zeh terug in de tijd en vertelt ze het verhaal van een gezinsvakantie die op een nachtmerrie uitloopt. Hennings angsten en onophoudelijke zorg voor zijn zusje Luna vallen nu op hun plaats.
Net als in haar eerdere romans weet Zeh de spanning er tot op het laatst in te houden en laat ze je heel lang in het ongewisse over wat er werkelijk in het huis op de kale berg is gebeurd. Overtuigend stapt ze in de verbeeldingswereld van de kleine Henning en Luna. Zelden heb ik zo beklemmend de angst en paniek van een door hun ouders verlaten peuter en kleuter kunnen voelen als hier.
Maar ook voor het zover is, toont Zeh haar stilistische brille. Bijvoorbeeld als ze beschrijft hoe een klein kind zich tijdens een vakantie in zijn vreemde bedje kan voelen nadat zijn moeder hem heeft ingestopt en ze de kamer heeft verlaten: ‘De kamer dijt uit, de muren verdwijnen, het donker begint te ademen.’ Het wachten is dan alleen nog maar op het monster dat je komt opeten.
Nieuwjaar, de nieuwe roman van de Duitse bestsellerauteur Juli Zeh, is een moderne, indringende roman over de levenslange gevolgen van een kindertrauma.
Henning heeft sinds een aantal jaar last van paniekaanvallen. Hij heeft geen idee waar ze vandaan komen, en nog minder hoe hij ervan af moet komen. Zijn vrouw had in het begin nog wel medelijden, maar heeft inmiddels vooral genoeg van de gebroken nachten die hij veroorzaakt. Waarin hij haar nog meer teleurstelt: de omvang van het vakantiehuis op Lanzarote waar ze nu, met de feestdagen verblijven.
Op nieuwjaarsdag besluit Henning dat het tijd is voor een verse start van het jaar. Hij gaat een fietstocht maken. Een berg op. Maar Henning is totaal onvoorbereid, het is heet, zijn fiets is slecht, en hij heeft geen proviand bij zich. Halverwege de berg staat gelukkig een huis. Hij valt flauw op een grindpad en de bewoonster neemt hem mee naar binnen. Maar dan slaat de paniek toe. Hij kent dit huis van vroeger.
’Nieuwjaar duikt diep in de psyche van de moderne geëmancipeerde man. En onderzoekt in hoeverre de ervaringen in onze jeugd invloed hebben op hoe wij als volwassenen in het leven staan.’’ – JAN
'Met liche toets combineert Zeh een intelligent verhaal over moderne mannenrollen met een duister psychologisch verhaal.' - Der Tagesspiegel
'De spanning en het commentaar op de samenleving zijn op meesterilijke wijze met elkaar verbonden.' - Süddeutsche Zeitung
ISBN | 9789026346415 |
---|---|
Aantal pagina's | 176 |
Datum van verschijning | 20191108 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 143 mm |
Hoogte | 223 mm |
Dikte | 21 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres