Rudolf Herter is een gevierd schrijver. Samen met Maria, de moeder van zijn zoontje Marnix, brengt Herter een bezoek aan Wenen, de stad van zijn Oostenrijkse vader en van Hitler.
Tijdens een televisie-interview ontspruit bij hem het idee voor een nieuwe roman. Wat hij wil is Hitler postuum een gefingeerde spiegel voorhouden, ‘waarin we zijn gezicht alsnog te zien krijgen’. Maar als hij na afloop van zijn lezing in de Wiener Nationalbibliothek kennismaakt met het bejaarde echtpaar Ullrich en Julia Falk, van wie hij de volgende dag iets over Hitler verneemt wat niemand weet, blijkt de werkelijkheid absurder dan de auteur kon bedenken.
Siegfried (2001) is een roman op eenzame, afgrondelijke hoogte waarin Harry Mulisch met zijn alter ego Rudolf Herter de gelegenheid heeft aangegrepen om zichzelf met de nodige zelfspot ten tonele te voeren.
‘Precies op die nihilistische goddelijkheid moest Hitler aan het slot van de twintigste eeuw nu eens en voorgoed vastgenageld worden, – daarna zou hij geen woord meer aan hem vuilmaken.’