'Grote literatuur.' En: 'Een literaire ontdekking.' Arnon Grunberg spaart in zijn voorwoord van Terug op de plaats die ik nooit heb verlaten de lof niet. Hij plaatst schrijver Tobias Schiff, Toschek voor de vrienden, zelfs in het rijtje van onder andere Primo Levi en Nobelprijswinnaar Imre Kertész. Grunberg is niet de enige die onder de indruk is van dit boek. Precies twintig jaar geleden verscheen de eerste editie en toen al gooide het hoge ogen. Een tijdlang was het verplichte literatuur op de middelbare scholen in Vlaanderen en Tobias Schiff kreeg de prestigieuze prijs van de Vlaamse Gemeenschap.
In Terug op de plaats die ik nooit heb verlaten vertelt Schiff, in korte, ritmische zinnen die lezen als verzen, over zijn lange tocht langs de concentratiekampen van Hitler. Hij overleefde dankzij zijn jeugd, zijn schalkse humor, zijn slimme kneepjes, zijn branie, zijn moed en een flinke dosis geluk. Maar ook omdat hij zelfs in het zwartste donker een klein lichtje zag branden. Dit op algemene vraag heruitgegeven boek is daarvan de ontroerende getuigenis.