Frits van ’t Riet (1944) schreef als scholier gedichten voor de schoolkrant. Maar misschien ligt het begin van zijn poëtische kijk wel in zijn kleutertijd. Toen hij niet op tijd op school kon komen, omdat er onderweg zoveel te zien was: een glazenwasser, het paard van de melkboer, een lieveheersbeestje of een zwerm spreeuwen in een boom. Gewone dingen die een gevoel van ongewone betekenis bij hem opriepen.
Betekenis geven en betekenis overdragen doet hij vooral in zijn werkende leven als trainer in organisaties en als personal coach.
De laatste tien jaar is hij zijn poëtische invallen daadwerkelijk gaan noteren en vorm geven.
In deze verzamelbundel vindt de lezer subtiele waarnemingen in een soms lichte, soms ironische en soms ontroerende stijl.