‘Tarabas’, zoon van een Russische grootgrondbezitter en hoofdpersoon van deze roman van Joseph Roth, neemt na een aanslag op de gouverneur van Cherson de wijk naar New York. Een handlezeres voorspelt hem daar dat hij een ‘moordenaar’ en een ‘heilige’ zal worden. Als Tarabas na het uitbreken van de oorlog tussen Rusland en Oostenrijk naar Europa terugkeert om in het leger te gaan, komt het eerste deel van de voorspelling uit: moordend trekt hij door het land en blijft dat ook na de vrede doen. ‘De oorlog werd zijn vaderland’. Met een zelfgevormd regiment rukt hij het stadje Koropta binnen. Pas als zijn soldaten samen met de christelijke boeren een bloedbad onder de joodse bevolking aanrichten, komt Tarabas tot inkeer en trekt hij het boetekleed aan.