Van Peking naar Parijs
Prins Luigi Marcantonio Francesco Rodolfo Scipione Borghese – dat is nog eens een naam voor een autocoureur. Wat moeten zijn concurrenten wel niet gedacht hebben toen ze de prins op het startformulier zagen staan? Achtten ze zich bij voorbaat kansloos, of zouden ze die adellijke snoeshaan wel eens mores leren?
We schrijven de zomer van 1907. De Parijse krant Le Matin had iets leuks verzonnen. Om te laten zien wat de automobiel – dat nieuwe, hypermoderne vervoersmiddel – allemaal wel niet kon, had de redactie een wedstrijd uitgeschreven. Niet op een bestraat circuit, dat zou saai zijn. Nee, de krant daagde coureurs uit om zo snel mogelijk de weg tussen Peking en Parijs af te leggen – een tocht door streken waar nog nooit een auto was geweest. Prijs voor de winnaar: een goede fles champagne.
Over deze levensgevaarlijke, spectaculaire, hilarische en romantische tocht heeft de Britse auteur Kassia St Clair nu een boek geschreven dat leest als een non-fictieversie van De reis om de wereld in tachtig dagen van Jules Verne.
St Clair slaagt erin het verhaal van de race spannend op te schrijven, de deelnemers in alle geuren en kleuren te portretteren én een beeld te schetsen van een tijdperk dat borrelde van het technologisch vooruitgangsoptimisme.
Van Peking naar Parijs. De autorace die de twintigste eeuw in de hoogste versnelling zette begint met de introductie van de waaghalzen die de rit door onder meer de Gobiwoestijn en Siberië aandurfden. Prins Borghese was dus één van hen. Zijn auto van het merk Itala moest naast zijn co-piloot Ettore Guizzardi ook nog journalist Luigi Barzini meedragen. Alle deelnemende wagens waren verplicht een auteur aan boord te hebben die via de telegraaf verslag van de wedstrijd kon doen. Het ging immers om een publiciteitstunt, dus het publiek moest de race op de voet kunnen volgen.
Schurk en deugniet
Naast de Itala deden twee Franse auto’s van het merk De Dion-Bouton, een driewieler van Contal Motori en een Nederlandse Spyker mee. Die laatste auto werd bestuurd door Charles Goddard, een schurk en deugniet van het zuiverste water die met valse beloftes over financiers een plekje aan boord van de auto had bemachtigd. Het was uiteindelijk de Nederlandse consul in Peking die Goddard geld moest voorschieten zodat hij tijdens de reis brandstof kon kopen.
De start van de race vond plaats op 10 juni 1907. De deelnemers kwamen meteen al in de problemen toen een aantal auto’s verdwaalde in de straten van Peking, maar dit oponthoud was klein bier vergeleken bij wat ze verder nog zouden meemaken. De 6 pk van de Contal Motori bleken al snel onvoldoende om de driewieler in beweging te houden op de onverharde wegen van het Chinese platteland. De twee bestuurders besloten daarom met hun voertuig de trein te nemen naar Kalgan, de volgende grote stad.
Ze waren nu officieel gediskwalificeerd, maar dit detail weerhield het duo er niet van zich weer aan te sluiten bij de volgende etappe van de race. Dat bleek een bijna fatale vergissing, want het parcours liep nu door de Gobiwoestijn. Hun auto strandde opnieuw – nu definitief – en de bestuurders kwamen bijna om van de dorst voordat ze door een kamelenkaravaan werden gered. Ook andere coureurs moesten een beroep doen op de goedertierenheid van de plaatselijke nomaden.
Borghese had het minste last van oponthoud. Zijn wagen had een motor van 40 pk onder de kap, tegenover de 10 pk en 15 pk van de De Dion-Boutons en de Spyker. Waar de andere teams regelmatig de auto uit moesten om te duwen, zoefde de prins soeverein voort. Alleen als de auto’s door plaatselijke helpers over een rivier of bergpas moesten worden getild, was het extra gewicht van de Itala een nadeel.
Dinertje in Sint-Petersburg
Het Italiaanse team had op een gegeven moment zelfs zoveel voorsprong dat prins Borghese het zich kon veroorloven om op een dineruitnodiging uit Sint-Petersburg in te gaan toen hij als eerste van alle deelnemers in Moskou was gearriveerd. In het achterland werd ondertussen flink vals gespeeld, en St Clair houdt de lezer mooi tot het einde van het boek in het ongewisse over wie de onverlaat was die zich niet als een heer gedroeg.
De winnaar van de race kwam op 10 augustus in Parijs aan. In precies twee maanden had hij zo’n 15.000 kilometer afgelegd. De ontvangst in Frankrijk was extatisch. Het was zo druk langs de wegen dat er regelmatig gevaarlijke situaties ontstonden.
Natuurlijk moest de zegevierende held een speech houden voor de toegestroomde Parijzenaars. Hij toonde zich bescheiden. „U hebt overdreven heren”, zei hij tot de hoogwaardigheidsbekleders die hem zojuist met lof overladen hadden. „Wij zijn geen helden, wij zijn gewoon geduldig. Ja, het is waar. Onze enige deugd was geduld. Of nou ja, misschien hadden we er nog één: doorzettingsvermogen.”
Een ongelooflijk, waargebeurd verhaal over een tocht die symbool staat voor het ontstaan van de wereld waarin we nu leven
Peking, 10 juni 1907. Vijf auto’s en hun kleurrijke bestuurders nemen deel aan een bijna onmogelijk te volbrengen race die over twee continenten en door verschillende landen zal voeren, terwijl in sommige daarvan revoluties op het punt van uitbreken staan.
Een Italiaanse prins en zijn chauffeur, een Franse autocoureur, een zwendelaar en verschillende journalisten strijden tegen elkaar langs steile bergketens en over de dorre vlaktes van de Gobiwoestijn. Niet zelden zijn er hulptroepen nodig om de primitieve auto’s over de smalle bergpassen te slepen, over ruig terrein te navigeren en over rivieren te laten drijven. Er zijn eigenlijk nauwelijks wegen, benzine is bijna onmogelijk te krijgen en gewapende bandieten en wolven liggen op de loer. Updates over hun vooruitgang, verstuurd per telegram, worden door miljoenen gretig verslonden in een van de eerste verhalen die wereldwijd gevolgd worden. De bestemming: Parijs.
De wereld van 1907 bevindt zich tussen het oude en het nieuwe: communistische regimes staan op het punt de imperiale te vervangen in China en Rusland; de telegraaf verandert moderne communicatie en de auto is hard op weg het paard te vervangen. In dit boek verweeft Kassia St Clair op fascinerende wijze het verhaal van twee races – de waaghalzerij van een van de eerste autosportwedstrijden ter wereld en de grote geopolitieke en technologische vlucht richting de toekomst.
In de pers
‘St Clair slaagt erin het verhaal van de race spannend op te schrijven, de deelnemers in alle geuren en kleuren te portretteren én een beeld te schetsen van een tijdperk dat borrelde van technologisch vooruitgangsoptimisme.’ **** NRC
‘Prachtige reconstructie van een monstertocht. St Clair geeft een mooi tijdsbeeld van een wereld die naar een hogere versnelling schakelt.’ de Volkskrant
Over Het geheime leven van kleuren
‘Prachtig uitgegeven. Goed vertaald. Hartstikke origineel. Heerlijk boek.’ DWDD-boekenpanel
‘Het geheime leven van kleuren geeft een nieuwe blik op onze geschiedenis en cultuur.’ Het Parool
Over De gouden draad
‘Zeer ambitieus, briljant geschreven en ongelofelijk meeslepend.’ Peter Frankopan
ISBN | 9789029099578 |
---|---|
Aantal pagina's | 368 |
Datum van verschijning | 20240523 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 160 mm |
Hoogte | 237 mm |
Dikte | 36 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres