In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 werd Nederland getroffen door een van de grootste natuurrampen uit zijn geschiedenis. Een springvloed in combinatie met een zware noordwesterstorm zette Zeeland en delen van Noord-Brabant en Zuid-Holland onder water. 1.836 mensen en tienduizenden dieren verdronken, 4.500 huizen en gebouwen werden verwoest en 200.000 hectare grond kwam onder water te staan. Kees Slager deed voor De ramp uitvoerig onderzoek in archieven en sprak met ruim 250 ooggetuigen. Zo is een aangrijpend en onthullend verslag ontstaan van wat er zich in die noodlottige dagen in de winter van 1953 van uur tot uur en van plaats tot plaats heeft afgespeeld.