De Romanovs na de val
Stel je eens voor: je stapt in een taxi en begint een praatje met de chauffeur. De man – voorzien van royale gezichtsbeharing – heft in een buitenlands accent een klaagzang aan. Over zijn paleis, dat hij is kwijtgeraakt. Over zijn kunstverzameling, zijn paarden en de schitterende juwelen van zijn vrouw – nooit zal hij ze meer terugzien.
Onwaarschijnlijk? Niet in het Parijs van de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Daar reden zo’n drieduizend Russische mannen rond als taxichauffeur. Sommigen waren van adel en gevlucht voor de Russische Revolutie van 1917. De enige praktische vaardigheid waarover ze beschikten, was hun vermogen een auto te besturen. Daarmee verdienden ze nu hun geld.
In haar nieuwe boek vertelt de Britse historicus Helen Rappaport het verhaal van deze sociale dalers en de tienduizenden anderen die Lenins heilstaat ontvluchtten omdat ze er hun leven niet zeker waren. De Romanovs na de val. Ballingschap in het Parijs van de Belle Époque ten tijde van revolutie en oorlog is vervuld van verdriet en melancholie. En van koppigheid, want de verdrevenen bleven decennialang hopen op terugkeer naar hun geliefde Rusland.
Rappaport begint haar verhaal in de decennia voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog. De toenmalige Russische elite was dól op Parijs. Onder aanvoering van grootvorsten uit de familie Romanov – ooms en neven van tsaar Nicolaas II – zette de adel duchtig de bloemetjes buiten in de Franse hoofdstad. De heren dan, want hun echtgenotes werden bij deze uitstapjes vaak vervangen voor minnaressen. Beroemd is het verhaal van grootvorst Sergej Michajlovitsj die op een avond in restaurant Maxim’s Augustine de Lierre – een van de grandes cocottes (chique prostituees) van Parijs – een parelketting van twintig miljoen franc schonk, geserveerd op een schotel van oesters.
De excursie La Tournée des Grand Ducs was geliefd bij toeristen die eens wat anders wilden dan het Louvre en de Opéra. Tegen betaling werden ze na middernacht rondgeleid langs trendy bordelen, de goktenten van Montmarte en de cabarets van La Butte. Daar gaven Russen geld uit alsof er geen einde zou komen aan hun rijkdom.
Een goed heenkomen
Niets was minder waar. Na de revolutie van 1917 volgende een burgeroorlog waarin de bolsjewieken (de Roden) vochten tegen de aanhangers van het oude regime (de Witten). In 1921 trokken Lenins troepen aan het langste eind, waarna alle Witten die nog niet gedood of gevlucht waren een goed heenkomen zochten buiten Rusland.
Frankrijk was verreweg de favoriete bestemming voor deze asielzoekers. Dat waren niet alleen mensen van adel en uit de rijke bourgeoisie. Ook schrijvers en andere kunstenaars die niets ophadden met het arbeidersparadijs arriveerden in Frankrijk – en dan met name in Parijs. Daar moesten ze een nieuw leven zien op te bouwen.
Sommige émigrés hadden kostbaarheden als juwelen meegenomen en verpatsten deze erfstukken nu. Anderen arriveerden met weinig meer dan de kleren aan hun lijf. Zij moesten hun handen laten wapperen om geld te verdienen, maar konden eigenlijk niks praktisch.
Terwijl de meeste Russische mannen nog met hun ziel onder de arm liepen, waren er opvallend veel vrouwen die het initiatief namen om in de eigen kost te voorzien. In Rusland hadden ze niet gewerkt, maar ze waren binnenshuis wel eindeloos met naald en draad in de weer geweest. Daarom zochten ze nu emplooi in de Parijse mode-industrie.
Dat leverde een aantal opvallende verhalen op. Grootvorstin Maria Pavlovna bijvoorbeeld leverde borduurwerk in Russische stijl aan Chanel en begon later haar eigen modehuis, Kitmir. Na aanvankelijk succes ging dat op de fles, maar Maria zat niet bij de pakken neer. Ze emigreerde naar de VS, waar ze met haar memoires een bestseller scoorde.
Ook prins Felix Joesoepov en zijn vrouw Irina startten een modehuis, Irfé. Deze onderneming ging in 1931 kopje onder. Joesopov was een van de moordenaars van Raspoetin, en leefde na zijn faillissement onder meer van een schadevergoeding van MGM, omdat de studio in een film ten onrechte had gesuggereerd dat Irina een relatie met de beruchte monnik had gehad.
De meeste Russen in Parijs werden geen ondernemer, maar proletariër. De mannen werkten als taxichauffeur en in groten getale in de auto-industrie. De vrouwen verdienden hun geld in de mode-industrie, of als hulp in de huishouding.
De eerste hippie
De intellectuelen die Rusland waren ontvlucht, bleven veelal bij hun oude métier. Schrijver Ivan Boenin ontving in 1933 de Nobelprijs voor Literatuur. Dat vond hij zelf rijkelijk laat, maar vergeleken met veel van zijn collega’s had Boenin het goed, laat Rappaport zien. De meeste auteurs verdienden namelijk geen droog brood.
Zo’n schrijnend geval was Boris Poplavski. Hij was straatarm en woonde in bij zijn ouders. De dichter sloot zich vaak dagen achtereen op om te werken aan zijn mystieke poëzie, waarbij hij veel verdovende middelen gebruikte. In 1935 stierf hij samen met een vriend aan een overdosis. Vladimir Nabokov noemde Poplavski later ‘de eerste hippie’.
Voor veel Russische schrijvers en dichters bleef in Frankrijk de erkenning uit die ze thuis wel hadden genoten. Dat maakte de heimwee naar hun geboorteland alleen maar groter. Dichteres Maria Tsvetajeva was daarover zo wanhopig dat ze samen met haar man in 1939 terugkeerde naar de Sovjet-Unie. Hij werd vrijwel meteen gearresteerd en in oktober 1941 gefusilleerd. Tsvetajeva had drie maanden daarvoor al wanhopig zelfmoord gepleegd.
Het boek van Rappaport wordt bevolkt door tal van dit soort personages die lijken te zijn weglopen uit een negentiende-eeuwse Russische roman. Het lot geselt deze mensen, die schipperen tussen fatalisme en hoop. Een enkeling heeft succes, anderen worden verpletterd door de geschiedenis en de meesten weten hun hoofd nét boven water te houden.
Het is knap van de auteur dat het boek nergens larmoyant wordt: ze beschrijft haar hoofdpersonen met empathie, maar ook met voldoende afstand. De opbouw van het boek en de soepele stijl van Rappaport nodigen uit tot vlot doorlezen. Voor wie De Romanovs na de val dichtslaat, zal een bezoekje aan Parijs nooit meer hetzelfde zijn. De taxichauffeurs zijn er misschien niet Russisch meer, maar de stad heeft er dankzij dit meeslepende boek een dimensie bij gekregen.
De opvolger van het veelgeprezen De gezusters Romanov
'[Parijs] heeft er dankzij dit meeslepende boek een dimensie bij gekregen.' ●●●● NRC
Jarenlang genoten Russische aristocraten van al het moois dat het Parijs van de belle époque te bieden had. Met hun fortuin trokken zij naar Frankrijk om daar een luxeleven te leiden, en Parijs was dé plek voor artistieke en extravagante uitspattingen, zoals Diaghilevs Ballets Russes. Maar aan al dit genot kwam een einde toen de gewelddadige machtsovername door de bolsjewieken veel Russen dwong hun thuisland te verlaten, waarbij ze alles moesten achterlaten.
Eenmaal aangekomen in Parijs moesten voormalig Russische prinsen banen aannemen als taxichauffeur, terwijl hun vrouwen gingen werken als naaisters bij de modehuizen, waarbij hun unieke Russische stijl als inspiratie diende voor ontwerpers als Coco Chanel. Getalenteerde Russische intellectuelen, kunstenaars en schrijvers vochten voor hun voortbestaan. Sommigen behaalden successen, zoals Bunin, Chagall en Stravinsky. Anderen zakten steeds verder weg in schulden en heimwee naar Rusland, het thuisland dat ze noodgedwongen hadden moeten verlaten. Op beeldende wijze en met oog voor detail vertelt Helen Rappaport hun verhaal.
De pers over De Romanovs na de val:
'Rappaport beschrijft haar hoofdpersonen met empathie, maar ook met voldoende afstand. De opbouw van het boek en de soepele stijl van Rappaport nodigen uit tot vlot doorlezen.' ●●●● NRC
'Rappaport schetst een veelzijdig beeld van hoe een aantal generaties Russische émigrés [...] met wisselend succes probeerde te aarden in Frankrijk.' Trouw
'Interessant en soms hartverscheurend. Rappaport, een geslaagd historicus en hooggewaardeerd Romanov-expert, onthult het Parijs waarin de Russen lang een prominente rol speelden.' The Wall Street Journal
'Dit boek volgt de Russische betrekkingen met Parijs, van de gloriejaren van de stad [...] voordat de Eerste Wereldoorlog begon, tot de grimmige realiteit van het leven in ballingschap na de bolsjewistische machtsovername.' The New York Times
'Rappaport is een meester in rake, gedetailleerde beschrijvingen.' The Washington Post
De pers over De gezusters Romanov:
'Voortreffelijk geschreven, leest als een roman.' NRC
'Helen Rappaport schreef een schitterend boek. Je kunt niet anders dan met een brok in de keel lezen hoe de familie de laatste maanden onontkoombaar naar het einde toe ging.' ★★★★★ Het Parool
ISBN | 9789000384457 |
---|---|
Aantal pagina's | 368 |
Datum van verschijning | 20220707 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 150 mm |
Hoogte | 231 mm |
Dikte | 30 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres